erfgoedobject

Hoeve Houbenhof

bouwkundig element
ID
71871
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/71871

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als beschermd monument Hoeve Houbenhof
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoeve Houbenhof
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is aangeduid als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Hoeve Houbenhof: omgeving
    Deze bescherming is geldig sinds

Beschrijving

Voormalige hoeve met losstaande bestanddelen, in U-vorm rondom het erf. De hoeve ligt vlak achter de Maasdijk, op een stuk land dat gespaard bleef voor de ontgrinding; de onmiddellijke omgeving werd in de jaren 1960 ontgrind, maar opnieuw aangevuld.

De hoeve werd gebouwd op een natuurlijke hoogte, zodat zelfs een zeer hoge waterstand geen ernstige schade kan berokkenen. De hoeve functioneerde vroeger ook als schippersherberg, en de eigenaars baatten een veerpont naar Stevensweert (NL) uit, dat in de jaren 1950 verdween.

De familie Houben, waarnaar de hoeve is genoemd is een oude familie in Kessenich: op het kerkhof bevindt zich het grafkruis van Hobricht van Lind (†1678) en zijn vrouw Neelken Leurs (†1694), Dirck Houben (†1679) en Ian Houben (†1695). De hoeve bleef steeds in het bezit van deze familie.

Het ontstaan van de hoeve heeft waarschijnlijk te maken met de versterking van Stevensweert. De stad werd in 1632 door de prins van Oranje ingenomen. De Spanjaarden heroverden de stad en bouwden haar uit tot een vooruitgeschoven vesting op de rechter Maasoever; een schipbrug onderhield de verbinding met de andere oever, vanwaar de belangrijke weg doorheen de Kempen naar Brabant vertrok. Op een kaart van vóór 1633, de kaart Stevensweert: carte photografie de la terre et chau de Montfort van Ph. Taine, 1623, staat nog geen gebouw aangeduid op de plaats van het huidige Houbenhof. Op de linker Maasoever, tegenover Stevensweert werden door de Spanjaarden twee redoutes gepland, die mede de schipbrug moesten verdedigen. Het is niet duidelijk of deze redoutes ooit werden gebouwd; waarschijnlijk werd alleen de noordelijke redoute gebouwd, die vermeld wordt in een akte van 1664. Deze akte behandelt de aankoop van een stuk grond tegenover Stevensweert in 1660 door Aert Houben; mogelijk kocht Aert Houben de plaats waar de zuidelijke redoute gepland was, aangezien het om een kunstmatig opgehoogd stuk grond gaat. Dezelfde akte van 1664 vermeld dat Houben op de door hem gekochte plaats reeds een huis gebouwd heeft; de oorsprong van het Herenhuis klimt dus op tot de periode 1660-64. Uit een akte van de schepenbank van Stevensweert blijkt dat in het Herenhuis reeds in 1681 een herberg gevestigd was. Op de kaart van H. Frickx van 1709 staat het Herenhuis afgebeeld onder de benaming Heranthous. De schipbrug was eind 17de eeuw buiten gebruik geraakt en de overtocht gebeurde opnieuw door een veerpont. Waarschijnlijk werd dit veer vanaf het begin van de 18de eeuw bediend vanuit het Herenhuis. De plaatselijke heer, de heer van Walburg bezat het recht op overvaart, dat hij verpachtte aan de familie Houben. Op een Plan van Stevensweert door W.I.S. Marlet van 1734, staat het Herenhuis aangeduid met het veerpont en de noordelijke redoute, naast een weg, die hier de weg naar Maaseik wordt genoemd. De gevelsteen, thans niet meer aanwezig, met datering 1759, duidt op de heropbouw van het Houbenhof; zoals ook blijkt uit de bouwstijl gaat het hier eerder om gebouwen uit het midden van de 18de eeuw dan uit het derde kwart van de 17de eeuw. Op de Ferrariskaart (1771-77) is de hoeve aangeduid met losstaande bestanddelen, bestaande uit de woonhuisvleugel met aansluitende stal ten zuidwesten van het erf, en de dwarsschuur ten noordwesten. Ze staat aangeduid onder de benaming: Cabaret Erenhuijs. De Maasdijk staat weergegeven op de huidige plaats; erachter ligt een ruim, moerassig gebied: de Maas heeft sindsdien een groot gedeelte van deze oever weg geërodeerd. Het veer is aangeduid, met zijn bestemming: de Maaspoort van het Fort Stevenswert. De hoeve staat aangeduid op een vierkant, omhaagd perceel, waarop zich een boomgaard bevindt. Het omgevende landschap bestond uit akkers.

In de Atlas van de Buurtwegen (1845) heeft de hoeve haar huidige vorm: aan het woonhuis werd haaks op de zuidoostzijde een opkamer aangebouwd door de weduwe C. Houben in het begin van de 19de eeuw. Deze verbouwing wordt aangeduid door een gevelsteen in de zuidwestelijke geveltop: W C H/1810. Door dezelfde weduwe werd een andere minder duidelijke verbouwing aan het woonhuis uitgevoerd, aangeduid door een gevelsteen in de woonhuisgevel: ANNO/1804/W C H. Haaks op de voorgevel van de schuur werd een stal bijgebouwd; deze dateert dus uit de eerste helft van de 19de eeuw, mogelijk uit de verbouwing van weduwe Houben. Voorts is op de kaart de verlegging van de Maasloop in noordelijke richting af te lezen. De Maasdijk werd doorgetrokken in noordelijke richting.

Door de ontgrindingen verdween de oorspronkelijke weg die de hoeve met Geistingen verbond; de hoeve kwam op een soort landtong tussen de grindplassen en de Maas de liggen, en de toegangsweg loopt thans vlak naast de Maasdijk. De hoeve werd eind 1944 beschadigd en in 1945 gerestaureerd, met wijziging van de oorspronkelijke muuropeningen van het woonhuis en de aansluitende stal. Voor het overige bleef de toestand zoals aangeduid in de Atlas van de Buurtwegen gaaf bewaard.

Ten zuidwesten van het erf bevindt zich het woonhuis met aansluitende stal. Ertegenover stallen, in een haakse vleugel aangebouwd aan de dwarsschuur, die zich ten noordwesten van het erf bevindt. De mestvaalt bevond zich in de noordhoek van het erf. De open, zuidoostelijke zijde van het erf is door een muur afgesloten; hierin zijn een korfboogvormige inrijpoort en een getoogde voetgangersdoorgang uitgespaard. Het erf is gedekt met maaskeien in een patroon met greppels om bij overstroming de ontwatering te vergemakkelijken. Vóór de zuidoostgevel van het woonhuis (buitenzijde) bevindt zich een stoep van maaskeien in een geometrisch patroon van donkere en witte keien (begin 19de eeuw).

Witgekalkte bakstenen gebouwen onder zadeldaken (Vlaamse en mechanische pannen) op gepikte en op sommige plaatsen gecementeerde plinten. Smeedijzeren muurankers, recht en met krullen.

Het zuidoostelijke, haakse gedeelte van het woonhuis is de in het begin van de 19de-eeuwse toegevoegde, onderkelderde opkamer. Onder de kamer ligt een kelder met gedrukt bakstenen tongewelf, voorzien van een rechthoekig keldervenster in rechthoekige, kalkstenen omlijsting. De getoogde muuropeningen in het woonhuis zijn een verbouwing van 1945; ook de vensters in de zolderverdieping dateren uit deze periode. De oorspronkelijke vensters waren rechthoekig in kalkstenen omlijsting. In 1945 werd de bij het woonhuis aansluitende stal geïncorporeerd in het woonhuis, en eveneens van getoogde vensters voorzien. De stal is voorzien van licht uitspringende steunberen. Het oorspronkelijke woonhuis-stalgedeelte heeft aan erfzijde een overstekende dakrand op houten schoren. De westgevel van de stal is voorzien van aandak en vlechtingen. Tegenover het woonhuis de stal, van één bouwlaag; twee getoogde deuren aan erfzijde; zijgevels met aandaken, vlechtingen en topstukken. De schuur heeft een getoogde poort en kleine, hoog geplaatste, getoogde vensters, waarschijnlijk een vrij recente toevoeging. Zijgevels met aandak, vlechtingen en topstuk.

Buiten het erf, ten noorden, het bakhuis. Drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen). Voor- en achtergevel voorzien van aandaken en vlechtingen, de voorgevel tevens van topstuk. Een rechthoekige deur en dito venster in houten kozijnen in de voorgevel. De bakoven verdween.

Vóór de hoeve, op de Maasdijk, bevindt zich de gietijzeren grenspaal 124, volgens het gebruikelijke model, met datering 1843 en de wapens van België en Nederland. Tegen de zuidoostelijke gevel van de hoeve werden de stenen grenspalen opgesteld, die bij de ontgrinding van het omliggende gebied werden weggenomen en hier door de eigenaar verzameld.

  • HENKENS P., Geschiedenis van Kessenich, Kessenich, 1979, 541-544.
  • HOUBEN H., Meegedeelde gegevens, 2002.

Bron: SCHLUSMANS F. 2005: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kantons Bree - Maaseik, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19n1, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hoeve Houbenhof [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/71871 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.