Burgerhuis in eclectische stijl gebouwd in opdracht van de weduwe Timmers-De Volder, naar een ontwerp door Louis De Vooght uit 1899. Het gebouw behoort tot de allervroegste realisaties van de architect, zoon van de aannemer François De Vooght, die vermoedelijk pas een jaar eerder zijn debuut maakte. Tijdens zijn beginjaren liet hij zich opmerken met ontwerpen in een neotraditioneel stijlidioom, waarvan het hotel de Hasque en de eigen architectenwoning - beide uit 1912 en aan de Arthur Goemaerelei - representatieve voorbeelden zijn. Ook tijdens het interbellum hield De Vooght vast aan een conventionele, historiserende architectuuropvatting, met als belangrijkste bouwwerk de neobyzantijnse basiliek Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes uit 1931-1935 te Edegem.

Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een zadeldak. De lijstgevel heeft een parement uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, geaccentueerd door gele en zwarte baksteen voor speklagen, ontlastingsbogen, boogvelden en de fries. Blauwe hardsteen is gebruikt voor de geprofileerde plint en lekdrempels, witte natuursteen voor speklagen, hoekblokken, kraagstenen en waterlijsten. Asymmetrisch van opzet, legt de compositie de klemtoon op het brede, door lisenen gemarkeerde zijrisaliet, dat op de eerste verdieping wordt gemarkeerd door een driezijdige, volledig houten erker met spits afdak. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema met registers van steekboogopeningen, de inkomdeur met middenkalf, de vensters van de topgeleding onder boogvelden met baksteenmozaïeken. Een klassiek hoofdgestel met architraaf, meanderfries, en gekorniste houten kroonlijst op klossen. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur en vensters is bewaard, evenals de smeedijzeren keldertalies en gietijzeren voetschraper

De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.