Thans een ruime, semi-gesloten hoeve. Eigendom van de heren van Kessenich. Een Lenert Janissen wordt vermeld in de 17de eeuw. In 1745 wordt de hoeve samen met het Cuppenshof verkocht aan het klooster der alexianen te Hasselt, in 1746 aan Nicolaas Otten, oud-burgemeester van Maaseik. Na 1804 gekocht door de familie Michiels. Op de Ferrariskaart (1771-77, Cse Janishof) aangeduid als U-vormig, ommuurd aan de open erfzijde, en met omhaagde boomgaard ten zuiden en westen. In de Atlas van de Buurtwegen (1845, Janissenhof) is de noordelijke haakse vleugel verdwenen, en er is een dienstgebouw aan straatzijde en aan de oostzijde van het erf bijgekomen. In de huidige vorm bevindt zich ten westen van het erf het oudste gedeelte met woonhuis, aansluitende stal met wagenhuis en haakse dwarsschuur ten zuiden. Van dit gedeelte schijnt het woonhuis het oudst; het is een hoog breedhuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder steil zadeldak (mechanische pannen), tweede helft 17de of eerste helft 18de eeuw. Bakstenen gebouw op verhoogde begane grond; gecementeerde plint. Overhoekse muizentand en dropmotief onder de dakrand. Smeedijzeren muurankers met krullen. Ordonnantie uit de tweede helft van de 19de eeuw: getoogde vensters en rechthoekgie deur in gecementeerde omlijsting; in de achtergevel twee vierkante benedenvensters in hardstenen omlijsting, voorheen beluikt (eerste kwart 19de eeuw). Boven de deur van de achtergevel bevindt zich een gedichte oculus.

Zijgevels met aandak, vlechtingen en schouderstukken. Kleine, getoogde vensters in de geveltop en een rond uilengat in de linkergeveltop. In de zijgevel aan straatzijde bevindt zich op de tweede bouwlaag een smalle, rechthoekige erker van vakwerk met bakstenen vullingen op geprofileerde, hardstenen consoles (voormalige latrine?).

Aansluitende stal van anderhalve bouwlaag onder zadeldak (golfplaten). Bakstenen gebouw, waarvan de meeste muuropeningen zijn aangepast. Smeedijzeren muurankers met krullen. De oorspronkelijke muuropeningen schijnen twee korfboogpoorten en een getoogd bovenvenster, thans alle gedicht.

Haakse, bakstenen dwarsschuur onder zadeldak (golfplaten). Smeedijzeren muurankers met krullen. Gedichte rondboogpoort. Linkerzijgevel met aandak en vlechtingen.

De stal aan de overzijde van het erf is niet dezelfde als die aangeduid in de Atlas van de Buurtwegen, hij dateert dus waarschijnlijk uit de tweede helft van de 19de eeuw. Laag, bakstenen gebouw onder zadeldak (golfplaten). Gewijzigde muuropeningen, behalve een klein houten kozijn. Zijgevels met aandaken en vlechtingen. Aansluitend, recent open schob. Lage stal uit dezelfde periode tegen de muur die het erf aan straatzijde afsluit.

In de zuidhoek van het erf bevindt zich een kleine, vierkante toren van twee bouwlagen, reeds aangeduid op de Ferrariskaart en in de Atlas van de Buurtwegen, oorspronkelijk alleenstaand, thans ingebouwd door de recentere gebouwen. De functie is niet duidelijk, mogelijk was het een duiventoren. Bakstenen gebouw onder zadeldakje (golfplaten). In de voorgevel een getoogde deur met een ontlastingsboog van twee rollagen en een platte laag; erboven een getoogd venster met geprofileerde bakstenen omlijsting, en een ontlastingsboog van een rollaag en een platte laag.