Eerste vermelding in 1653 bij de verdeling van de goederen tussen baron Ferdinand von Kniphausen en Walraef van Waes. In 1665 eigendom van Elisabeth van Golsteyn, vrouwe van Kessenich en Bronshorn. Frans Jacob van Waes erft het goed van zijn moeder. In de 17de eeuw was het de derde grootste hoeve van Kessenich.
Ruime U-vormige hoeve, de open zijde van het erf naar de straat toe en hier door een muur afgesloten. Het is een oude inplanting: op de Ferrariskaart (1771-77) staat de hoeve weergegeven met losstaande bestanddelen, maar eveneens U-vormig; in de Atlas van de Buurtwegen (1845) staat ze aangeduid met links van het erf de schuur met haaks aanbouwsel, rechts het woonhuis, het bakhuis aan straatzijde. Behalve het bakhuis bleven deze beide vleugels uit het tweede kwart van de 19de eeuw bewaard; de overige gebouwen ontstonden in het derde kwart van de 19de eeuw (stafkaart van het Dépôt de la Guerre, 1872).
Bakstenen gebouwen onder zadeldaken (mechanische pannen). Woonhuis met stal rechts van het erf. Breedhuis van vier traveeën en oorspronkelijk één bouwlaag. De verhoging met één bouwlaag. is vrij recent. Verhoogde begane grond; gecementeerde plint. Strekse muuropeningen, die van de benedenverdieping in een gecementeerde omlijsting. Aansluitende stal van één bouwlaag; gewijzigde muuropeningen. Het rechts van het woonhuis aansluitend lage stalgedeelte is recenter; de gevel aan erfzijde werd gewijzigd; de zijgevel aan straatzijde is voorzien van aandak, vlechtingen en topstuk.
Tegenover het woonhuis de ruime langsschuur. De erfzijdegevel gaat schuil achter een recent aanbouwsel. Zijgevels met aandak en vlechtingen; de zuidzijgevel is voorzien van een korfboogpoort. Aansluitend tegen deze gevel, een gedeelte uit het derde kwart van de 19de eeuw, mogelijk een voormalig knechtenkwartier. Muuropeningen aan erfzijde gewijzigd; in de zijgevel aan straatzijde, met aandak, vlechtingen en topstuk, een getoogd venster en dito deur.
Recent dienstgebouw achter aan het erf.
- HENKENS P., Geschiedenis van Kessenich, Kessenich, 1979, p. 131, 548.