De kapel wordt opgericht in 1470 met steun van de vrouwe van Kessenich, en ressorteerde onder de parochie Kessenich. In 1819 werd ze gerestaureerd en vergroot, volgens Henkens met het huidige koor; de vlakke zoldering werd door een gewelf vervangen. De kapel bleef in gebruik tot 1856, toen de nieuwe kerk gebouwd werd. Ze deed daarna dienst als schoolgebouw, gemeentehuis en onderwijzerswoning.
Éénbeukig zaalkerkje van vijf traveeën, met driezijdige koorsluiting. Witgeschilderd, gecementeerd gebouw, waarschijnlijk van mergelsteen, confer het muurpand in de onderbouw van de westgevel, onder zadeldak (kunstleien). Gevels geritmeerd door middel van licht uitspringende steunberen. Westgevel met aandak en smeedijzeren muurankers met krullen (tweede helft 17de of eerste helft 18de eeuw). Het gebouw is thans voorzien van getoogde muuropeningen en muuropeningen onder metalen I-balk uit het vierde kwart van de 19de en het eerste kwart van de 20ste eeuw.
Recent aanbouwsel tegen de westgevel. De sacristie (?), in de Atlas van de Buurtwegen (1845) zichtbaar aan de zuidzijde van het koor, is thans verdwenen.
- HENKENS P., Geschiedenis van Kessenich, Kessenich, 1979, p. 350-353.
- JANSSEN-AERTS H., Aantekeningen over het verleden van Kinrooi, Maaseik, 1958, p. 58.