In oorsprong twee gekoppelde, neoclassicistische arbeiderswoningen op de hoek van Lange Van Bloerstraat en Sint-Willibrordusstraat, volgens de bouwaanvraag uit 1847 opgetrokken in opdracht van de heer J.F. Mercie. Het bouwproject betrof een geheel van vier panden, drie enkelhuizen van één bouwlaag die een woning van twee bouwlagen met koetspoort flankeerden. Uit het bouwdossier vallen ontwerper noch aannemer af te leiden. Opgesplitst tot drie woningen, werden de twee hoekpanden in 1882 verhoogd met een tweede bouwlaag door de aannemer César Jacobs. Deze ingreep wordt aangegeven door jaarankers. Van de drie woningen, oorspronkelijk vijf bij vijf traveeën breed, zijn de twee rechter verbouwd, evenals. de overige twee panden uit 1847 in de Sint-Willibrordusstraat.
Hoekhuis van vijf bij twee traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak (nok parallel aan de Sint-Willibrordusstraat, pannen), in de zijgevel door middel van ankers gedateerd "1882". De gecementeerde en beschilderde punt- en lijstgevel worden horizontaal geleed door de plint en cordonvormende lekdrempels, deze laatste ter hoogte van de oorspronkelijke kroonlijst uit 1847. De begane grond is verbouwd, met behoud van de rechthoekige deur in de eerste travee, gevat in een omlijsting uit blauwe hardsteen. Register van rechthoekige vensters op de bovenverdieping, die zijde Sint-Willibrordusstraat wordt beëindigd door een klassiek hoofdgestel met een vernieuwde kroonlijst. In de tweeledige top van de puntgevel twee rechthoekige vensters en een rondboogvenster met individuele lekdrempels.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1847#71 en 1882#306.