is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Sint-Jan-de-Doper met kerkhof
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd monument Parochiekerk Sint-Jan-de-Doper met kerkhof
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Sint-Jan-de-Doperkerk
Deze vaststelling was geldig van tot
Georiënteerde éénbeukige kerk met ingebouwde westertoren, gelegen te midden van een ommuurd kerkhof. De toegang wordt gemarkeerd door een ijzeren hek. Het bedehuis wordt opgetrokken van 1694 tot 1705 ter vervanging van een Romaans bedehuis.
Eerste vermelding van een kerk in de gemeente als "altare de Hilcinio" in 988. Andere bronnen vermelden reeds in 650 een kerk, ingewijd door Sint-Eligius, apostel van Vlaanderen. De kerk wordt bediend door monniken van de Sint-Maartensabdij te Doornik. Het patronaat behoort toe aan de bisschop van Doornik, tevens dorpsheer aangezien de kerk op zijn heerlijkheid staat.
Het Romaanse kerkgebouw wordt opgetrokken circa 1200 en wordt in de 17de eeuw vergroot door de bouw van een driezijdig koor en twee pseudo-kapellen. De zuidelijke sacristie wordt in 1686 tegen het koor aangebouwd. Het gebouw wordt opgetrokken in rode baksteen, voor deur- en vensteromlijstingen gebruikt men Doornikse steen. De kerk brandt op 8 september 1686 uit. De nieuwe kerk wordt opgetrokken tussen 1694 en 1705. Een groot deel ervan wordt heropgebouwd in Doornikse steen, met uitzonderingen van koor, kapellen, zuidelijke sacristie en westgevel die deels behouden bleven. Restanten van de Romaanse kerk bleven bewaard in de westgevel met rondbogige ingang en in de twee meter dikke klokkenmuur. De bakstenen klokkentoren wordt pas in 1716 gebouwd.
Nieuwe herstellingswerken worden uitgevoerd in 1874, de treden, de vloer en de afsluiting van het doksaal worden vernieuwd naast enkele brandglasramen. In 1886 wordt de noordelijke sacristie gebouwd. Het gebouw wordt gesloten tijdens de Franse Revolutie en de inboedel wordt openbaar verkocht. In 1907 worden plannen voor de restauratie van toren en dak opgemaakt door architect V. Desmedt (Aalst). Het dak en de sacristie worden zwaar beschadigd op het einde van de Eerste Wereldoorlog, na de oorlog wordt de kerk hersteld in haar oude vorm. Hierbij wordt het venster boven de toegang opnieuw open gemaakt.
De plattegrond ontvouwt: eenbeukige kerk met kruisvormig grondplan, ingebouwde westertoren onder ingesnoerde spits bekroond door ijzeren kruis en torenhaan. Schip van vier traveeën, koor van één travee met driezijdige sluiting. Schip en onderbouw van het koor van Doornikse steen. Toren, bovenbouw koor, sacristie en oostgevel schip van rode baksteen. Leien bedaking. Schip geritmeerd door segmentbogige muuropeningen. Rondboogportaal geflankeerd door doorgetrokken steunberen, ronde muuropeningen. Toren van één geleding met galmgaten en uurwerk. Noordgevel met vermoedelijk 18de-eeuwse houten calvarie onder zadeldak, Christusbeeld uit het midden van de 18de eeuw. Verschillende ingemetselde grafmonumenten, onder meer grafsteen van Wiellemienie De Cock (1604). Bepleisterd en beschilderd interieur. Tongewelf met lijstwerk opgevangen door kroonlijst op sierlijk uitgewerkte consoles. Rondboog als overgang van schip naar koor met in boogveld de initialen "JSB" in medaillon.
Verschillende bewaarde grafzerken van talrijke vooraanstaanden, dit door de aanwezigheid van het "Hoge Hof", de residentie van de bisschoppen van Doornik. Het gaat onder meer over burgemeester Jan de Deurwaerder (1722), Pierre Planckaert, griffier van het Hoge Hof en zijn vrouw (1727) en luitenantbaljuw Pierre de la Mazeure (1753).
Mobilair. Altaren. Geschilderd en deels verguld houten 18de-eeuws hoofdaltaar, op de altaartafel cartouches met voorstellingen van de Feniks als symbool voor Christus en het Lam van de Apocalypsis. Hoofdaltaar bekroond met calvarie, marmeren 19de-eeuwse altaartafel. Noordelijk zijaltaar toegewijd aan de Onze-Lieve-Vrouw, houten retabel van 1860-1870 bekroond door kruisbeeld, gekleed beeld. Zuidelijk zijaltaar oorspronkelijk toegewijd aan de H. Rochus van Montepellier, houten retabel van 1860-1870 bekroond door kruisbeeld, voorheen met beeld van de H. Rochus, thans met houten buste van Johannes De Doper, afkomstig van nis in zuidmuur. Eikenhouten, 19de-eeuwse biechtstoel met centraal medaillon, voorstellend in reliëf Christus de Goede Herder draagt het schaap op zijn schouders. Klapdeurtjes met monogrammen van Jezus en Maria. Eikenhouten preekstoel, op de 17de-eeuwse kuip reliëfs met voorstellingen van de Boetvaardige Hiëronymus in de woestijn en de H. Augustinus van Hippo. Op de hoeken de symbolen van de evangelisten. 19de-eeuwse koorgestoelte met lambrisering. Doksaal met 18de-eeuwse (1740-1761) eikenhouten balustrade. Schilderij "Prediking van Johannes in de woestijn", Vlaamse School (17de eeuw). Beelden van de Heilige Theresia, Sint-Antonius, Heilig-Hart, Sebastiaan, 18de-eeuws beeld van Christus aan het kruis, afkomstig van het hoofdaltaar en beelden van de Onze Lieve Vrouw en Johannes de Doper boven het hoofdaltaar.
Omringend kerkhof met tal van arduinen grafstenen waarvan verschillende gesigneerd door "J. POLLET AVELGEM". De oudste graven gaan terug tot in de tweede helft van de 19de eeuw en zijn gelegen aan de westzijde. Tevens zijn er verschillende gietijzeren kruisen bewaard, voornamelijk aan de noordzijde (16), maar ook ten oosten (3, kleinere kruisen voor kindergraven) en ten zuiden (4). Volgens de tekstplaten van de kruisen werden ze nog tot in de jaren 1960 geplaatst. De meeste grafkruisen bewaren nog hun originele zwarte beschildering, soms met wit- of zilvergeschilderde elementen. De drie kruisen ten noorden van de kerk werden lichtblauw geschilderd. Slechts enkele kruisen bewaren hun al dan niet vast bevestigde ijzeren of marmeren tekstplaat met opschrift. Tevens zijn er vijf Britse graven van de Commonwealth War Graves Commission aan de westzijde en een handpomp aan de oostzijde. De begraafplaats wordt tot op heden gebruikt.
Bron: DE GUNSCH A. & DE LEEUW S. met medewerking van SCHEIR O. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Spiere-Helkijn, Deelgemeenten Helkijn en Spiere, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL16, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: De Gunsch, Ann; De Leeuw, Sofie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Het vijfhoekige ommuurde kerkhof omheen de parochiekerk staat afgebeeld op de Ferrariskaart uit 1771-1778. Tegen de kerkgevel bleef een calvarie onder een houten luifel bewaard.
Vandaag is het deels vergroende kerkhof nog steeds ommuurd. Op het kerkhof bleef een dicht geheel van graftekens bewaard die variëren van de late 19de eeuw tot vandaag. Langs de omheiningsmuur en tegen de kerkgevel staan de oudste neoclassicistische en eclectische kruisvormige stèles uit de late 19de eeuw en vroege 20ste eeuw opgesteld. Ze worden meestal vooraf gegaan door een graftuin. De grootste deel der bewaarde graftekens dateren uit het interbellum en de naoorlogse periode. Het zijn hardstenen stèles met zerken in sober gedecoreerde art deco en modernisme. Op vele graven bleven witmarmeren losstaande gedenkplaten bewaard. Uitzonderlijk zijn er porseleinfoto’s of applicaties in porselein of metaal. Verschillende gietijzeren grafkruisen bleven bewaard, onder andere ook op het kinderperk waar eveneens een met cimorné afgewerkte stèle bewaard bleef (Omer Desmet +1941).
Het grafteken van de familie Delbecque valt op door de centraal op de stèle geplaatste engel met twee rouwkransen in de hand, voorafgegaan door een vlakke grondplaat met een granieten verhoogde afgeschuinde zerk. De modernistische graftekens van de families Samain en Breda-Blauwblomme vallen op door hun architecturale spel van getrapte volumes.
Aan de noordoostzijde van de kerk, ter hoogte van de straat rusten vier soldaten uit de Eerste Wereldoorlog onder de typische afgeronde, natuurstenen stèles van de Commonwealth War Grave Commission.
Het kerkhof werd bezocht in 2017.
In 1750 werd een orgel gebouwd door P.-J. De Rijckere (Kortrijk). Helkijn wordt vermeld in de werklijst van L.B. Hooghuys (Brugge. Hooghuys vermeldt de aard van de werken niet, maar het kan zowel een nieuwbouw als een renovatie van het De Rijckere-orgel betreffen; te dateren in of kort na 1870. Rond 1900 was het instrument in onderhoud door Th. Delmotte (Doornik).
In 1919 werd een orgel verkocht door de toenmalige pastoor, omdat het beschadigd was in de Eerste Wereldoorlog (naar verluidt was het een instrument met historische waarde).
Er was daarna enkel nog een klein harmonium in gebruik (van Ch. Anneessens – Geraardsbergen), dat hersteld werd in 1931 door J. Anneessens (Menen), en als reserve-instrument behouden werd. In 1931 werd ook een nieuw groot harmonium geleverd door Anneessens, nadat de plannen voor het bouwen van een pijporgel gestrand waren.
Er is heden enkel een electronium in gebruik. (bron: mededeling door de pastoor in 1998)
Is deel van
Gemeenteplein
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Jan-de-Doper met kerkhof [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/72125 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.