Zorgvlietmolen ()

De Zorgvlietmolen, gebouwd in 1919, is een korenmolen, van het type stenen bovenkruier, bergmolen (beltmolen).

Historiek

De molen werd opgericht door de familie Truyen-Smeyers, ter vervanging van een zestienkante, houten bovenkruier van circa 1817, sinds 1882 in bezit van de familie Truyens- Smeyers en in 1914 afgebroken. De molenbouwer van de huidige beltmolen was Van Tartwijk uit Waalre (Nl). Bij de bouw bleef de stenen onderbouw van de houten zestienkanter behouden en werden onderdelen van de molen zelf gerecupereerd. Bij de bouw zouden nog onderdelen van de vroegere houten zestienkanter gerecupereerd zijn. De romp werd opgetrokken door de plaatselijke metselaar Willem Klerckx, zie de inscriptie op de muur van de luizolder die vermeldt: "gebouwd 1919 - KLERCKX - Molenbeersel".

In 1934 werden de roeden verdekkerd. De huidige molen kreeg vlak vóór W.O. II een dieselmotor, in de jaren 1950 werd deze vervangen door een elektrische motor. In 1950 werd de molen met een nieuwe spruitbalk en Engels kruiwerk uitgerust. In 1964 werd het verdekkerd wieksysteem vervangen door het Van Bussel wieksysteem en Adriaens Molenbouw uit Weert (NL) wijzigde de Limburgse kap in een Hollandse kap.

De molen was sinds 1971 buiten bedrijf. Dankzij een opknapbeurt in het begin van de jaren 1980 door molenbouwer Rik Caers (Retie) kon de molen opnieuw draaien, maar de staat van de roeden en de stilaan volgebouwde omgeving lieten dit op termijn niet meer toe.

In 2001 begon een grondige, gefaseerde restauratie. Dat jaar startte de draaivaardige restauratie waarbij het Van Bussel wieksysteem met Potroeden vervangen werd door nieuwe geklinknagelde roeden (model Verhaeghe, molenbouwer Wieme, Deinze) met fokwieken. Er werden smalle fokken aangebracht, omwille van de matige biotoop door inbouwing. De romp werd gezandstraald en gevoegd, de molenbaard, de grote spruitbalk, ramen en deuren en de draagbalken onder de koning werden vervangen. In 2007 voerde opnieuw molenbouwer Wieme herstellingen en vernieuwingen uit aan onder meer de vang en het luiwerk. In 2009 volgden werken aan de lui- en kapzolder (spoorwiel). Molenbouwer Wieme maakte de molen eind 2010 tevens maalvaardig. 

Begin 2012 werd een onderzoek gestart naar aanhoudende vochtproblemen in de Zorgvlietmolen. In 2015 werd fase 1 afgerond van de behandeling tegen de bonte knaagkever. In 2016 werd de zoldering aangepakt: alle aangetaste balken werden deskundig hersteld of vervangen. In 2019-2020 gebeurden renovatiewerken aan de invaart. 

Beschrijving

Het is een conische, bakstenen bovenkruier, type bergmolen, met kap, voorzien van een houten voorkeuveleinde en dito achterkeuveleinde. Het wiekenkruis bestaat uit geklinknagelde roeden en fokwieken met smalle fokken, voorzien van rode zeilen. De met gras begroeide belt heeft een belttrap. De bakstenen romp heeft steigergaten en een bepleisterde fries onder de kap. De molen is toegankelijk via de invaart (doorgang) op de begane grond en twee deuren ter hoogte van de molenbelt. Bij de werken aan de invaart werd deze meer naar voor gebracht. De heropgemetste bakstenen invaart heeft een rechthoekige houten poort waarachter zich een glaspartij met ijzeren roedeverdeling bevindt. De deuren en vensters zijn overwegend segmentbogig. De vensters zijn op een verticale lijn geplaatst. De molen heeft Engels kruiwerk met staart (spruiten, schoren, staartbalk), kruilier en kruipalen.     

De molen is een driezolder (maalzolder-steenzolder en luizolder) met planken zoldervloeren op een houten roostering en houten steektrappen. De binnenmuren zijn bepleisterd  of witgeschilderd. Het draaiend werk (maalinrichting) is bewaard. De molenas is volledig van gietijzer. De vang is een blokvang met vangtrommel. Op de steenzolder bevinden zich twee koppels kunststenen molenstenen (waarvan één koppel type met gatenstenen). De luizolder is voorzien van sleepluiwerk met sleepwiel.

  • SCHLUSMANS F. 2005: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kantons Bree - Maaseik, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19N1, Brussel - Turnhout.

Auteurs:  Schlusmans, Frieda; De Sadeleer, Sibylle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Zorgvlietmolen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/360730 (geraadpleegd op ).


Zorgvlietmolen ()

Gaaf bewaarde windmolen van het type berg- of beltmolen, met conische bakstenen romp. Gebouwd in 1919 door Godefridus Truyen-Smeyers, herbergier, ter vervanging van een achtkantige, houten bovenkruier van 1817 of 1818 (aangeduid in de Atlas van de Buurtwegen, 1845), gebouwd door M. Hoeken uit Rotem en J. Smeets uit Beersel. In 1882 komt deze molen in het bezit van de familie Truyen-Smeyers en Stevens. Hij wordt in 1914 afgebroken.

De huidige molen kreeg vlak vóór de Tweede Wereldoorlog een dieselmotor, in de jaren 1950 vervangen door een elektrische motor. De molen werd in 1967 gerestaureerd. Hij is sinds 1971 buiten bedrijf.

De romp telt drie bouwlagen, en is op de eerste en tweede bouwlaag voorzien van getoogde vensters. Gecementeerde korfboogpoort.

  • HENKENS P. 1999: Molenbeersel, een dorp uit (de) duizend, s.l., 347.
  • S.N. 1981: Ken je gemeente... Kinrooi, (Kinrooi), 19.
  • VAN DOORSLAER B. 1996: Met de stroom mee of tegen de wind in? Molens in Limburg, Borgloon, 20.
  • VERMEULEN A. 1985: Industrieel erfgoed van Molenbeersel, H.R.I.T.H.V., Hasselt, 21.

Bron: SCHLUSMANS F. 2005: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kantons Bree - Maaseik, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19n1, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Zorgvlietmolen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/72246 (geraadpleegd op ).