Voormalige "Kasteelhoeve", centrum van het Nederhof van Spiere (Spiere-Doornikse). Achter de hoeve ligt een uitzonderlijk gaaf bewaarde feodale motte. In Vlaanderen zijn slechts enkele tientallen mottekastelen bewaard.
De hoevegebouwen werden in 2000 afgebroken enkel het woonhuis en het monumentale wagenhuis bleven behouden.
De motte, in de volksmond ook wel "La cave aux diables" genoemd kan op basis van de morfologie van de site in de 12de eeuw gedateerd worden. Later zou de vesting zijn uitgebouwd tot een versterkte burcht van de heren van Spiere. Het kasteel wordt in 1350 platgebrand en gesloopt, met verbod tot het herbouwen. Het kasteel wordt echter terug opgericht want de burcht wordt in 1477 vernield door de Fransen tijdens de oorlog met Maria van Bourgondië. In 1695 maakt de motte deel uit van de Spierelinie tussen Schelde en Leie.
Wellicht was het mottekasteel de hoofdplaats van een kleine heerlijkheid van lokaal belang.
Het oude (motte)kasteel werd in de 18de eeuw in het kasteelpark van het huidige kasteel geïntegreerd, wat de hoofdreden is dat de motte tot vandaag de dag als relict bewaard is. Wat de relatie is tussen het oude (motte)kasteel en het 18de-eeuwse kasteel, is momenteel niet duidelijk.
De motte van Spiere ligt verscholen en is daardoor niet toegankelijk of zichtbaar van op openbaar terrein. De configuratie van een aaneengesloten opper- en neerhof maakt duidelijk dat de castrale motte van Spiere een schoolvoorbeeld is die uit de hoogtijdagen van de mottebouw stamt.
Het opperhof bestaat uit een kunstmatig opgeworpen heuvel met een circulair grondplan. Deze heuvel is zowat vier meter hoog en heeft een basisdiameter van 40 tot 50 meter. De circulaire gracht die het geheel omgeeft is 10 tot 15 meter breed. Op het opperhof bevinden zich de restanten van een onderkelderd gebouw dat is opgetrokken in Doornikse kalksteen en wellicht opklimt tot de 12de of de 13de eeuw. Wellicht is dit gebouw rechtstreeks in verband te brengen met de hoogtijdagen van het mottekasteel.
Door het ontbreken van een beheer is het opperhof overwoekerd met struweel en beplant met hoog opgaande bomen.
- DE DECKER S., Over Elfenheuvels en kabouterbergen. Een overzicht van bewaarde castrale mottes in de provincie Oost-Vlaanderen, Provinciebestuur Oost-Vlaanderen, Gent, 2002.
- DE MEULEMEESTER J., Centrale motten in België, Archeologica Belgica, 255, Brussel, 1983.