Typische laat 19de-eeuwse neogotische pastorie van 1893 naar ontwerp van de Kortrijkse architect Jules Carette.
Dieper in gelegen woning, aan de straat afgezet door laag bakstenen gecementeerd muurtje met ijzeren hek. Vrijstaand dubbelhuis van vier traveeën en twee bouwlagen onder leien zadeldak. Verankerde (sierankers) baksteenbouw op plint van bossage. Aflijnende dubbele bakstenen fries. Twee traveeën breed risaliet oplopend in trapgevel.
Vensters, onder meer kruisvensters, gevat in spitsboognis met in de boogvelden driepasboog. Portaal bereikbaar door arduinen trapje (vier treden). Houten balustrade met vierpas.
Markant leien zadeldakje met open spant. Rechthoekige deur deels beglaasd en getralied.
Zijtrapgevels. Linkerzijgevel gemarkeerd door twee lagere volumes die bergplaats en privaat herbergen. Gelijke achtergevel met recentere uitbouw.
Interieur. Aangepast interieur met typische dubbelhuisplattegrond. Centrale gang met lambrisering van witgeglazuurde tegels. Rechthoekige deuren naar salon, wachtkamer en keuken. Behouden schrijnwerk in "Peach Pine".
Links, dwars op de gang ingeplante steektrap, een typisch element voor de 19de-eeuwse pastorie. In de 19de-eeuwse pastorie staat de trap steeds, al dan niet zichtbaar, in het midden van het huis, dwars op de gang waardoor een T-structuur ontstaat.
Ten oosten van de pastorie, parochiezaal. Dwars op de straat ingeplant bakstenen volume van één bouwlaag onder pannen zadeldak. Kroonlijst rustend op consoles.
Gevels geritmeerd door spitsboognissen al dan niet doorbroken door getraliede vensters onder arduinen latei. Getoogde deuropeningen. Deels vernieuwd schrijnwerk.
Interieur. Zaal met behouden balkroostering bestaande uit moer- en kinderbalken. Eenvoudige schouwmantel. Gang met steektrap naar de zolder.
Rechts twee bakstenen pijlers met ijzeren poort en hek dat doorloopt in het hek van de pastorie en zo één geheel vormt.
- Archief Administratie Monumenten en Landschappen Brussel, plannenfonds K.C.M.L., provincie West-Vlaanderen, Spiere, pastorie.