Teksten van Pastorie en parochiezaal Sint-Amandus en Heilig Hartparochie

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/72287

Pastorie en parochiezaal ()

De pastorie en parochiezaal vormen een geheel zowel op structureel als architecturaal vlak. De gebouwen zijn gelegen aan de rand van de dorpskern, vlakbij de kerk. Ze sluiten aan bij de open Scheldevalei.

Historiek

De woning waar de dorpspastoor gevestigd was ondergaat van de 18de eeuw tot nu een hele evolutie. Tot voor de 18de eeuw werd de dorpspastoor gehuisvest in een doorsneewoning van één bouwlaag. Vanaf de 18de eeuw wordt hij ondergebracht in een daarvoor speciaal ontworpen huis, veelal een dubbelhuis van vijf traveeën, twee bouwlagen en twee aanbouwsels onder schilddak. Door het concordaat van 1801, afgesloten tussen Napoleon en paus Pius VII werden de pastorieën en kerken overgedragen aan de burgerlijke overheid, waardoor vele gemeenten in de 19de eeuw overgingen tot het oprichten van nieuwe woonsten voor hun pastoors. Het huis moest het prestige van de pastoor tonen waardoor het type met twee bouwlagen en een neoclassicistische inslag ontstaat. De gemeenten deinsden er niet voor terug om gerenommeerde architecten aan te stellen.

Het type met de gepleisterde lijstgevel van vijf traveeën maakt op dat ogenblik furore. De indeling van de 18de eeuw wijzigt niet wezenlijk. Centraal verbindt een gang de voor- met de achterdeur. Langs weerszijden sluiten de salons aan op de gang. Meestal staat de trap in de lengte van de hal. In de 19de eeuw wordt de gang zijdelings uitgebreid met een traphal. Meestal bevindt deze traphal zich in het midden van de gang en centraal in het huis. Tegen het einde van de eeuw doen neostijlen hun intrede in de bouw van pastorieën. Opvallend is dat tijdens deze periode van neostijlen het symmetrisch grondplan verworpen wordt en er een vrijer grondplan toegepast wordt. Eerst wordt de zeer traditionele gang van voor- tot achterdeur onderbroken door de plaatsing van salons of een keuken langs de achtergevel, daarna evolueert men snel naar een L-vormige gang of een centrale traphal waarrond alle kamers zich bevinden. Bovendien ontstaat een echte gevelarchitectuur waarbij de voor en achtergevel los staan van elkaar. De voorgevel wordt dan zeer rijk uitgewerkt terwijl de achtergevel sober en zonder ornamentiek wordt opgetrokken. Bij het nieuwe grondplan worden symmetrie en representativiteit niet langer nagestreefd. Wel van belang is het wooncomfort: verwarming, stromend water, gezelligheid en overzichtelijkheid. Beschrijving

Pastorie

Typische laat 19de-eeuwse neogotische pastorie van 1893 naar ontwerp van de Kortrijkse architect J. Carette. Dieper in gelegen woning, aan de straat afgezet door laag bakstenen gecementeerd muurtje met ijzeren hek. De spijlen lopen uit op een golfmotief. Een kort pad leidt via een natuurstenen trap (vier treden) naar het overdekt portaal.

Vrijstaand dubbelhuis van vier traveeën en twee bouwlagen onder leien zadeldak. Verankerde (sierankers) baksteenbouw op plint van bossage. De lijstgevel wordt afgelijnd door dubbele bakstenen fries. Het twee traveeën breed risaliet loopt op in een trapgevel (vijf treden en topstuk). Vensters, onder meer kruisvensters, gevat in spitsboognis met in de boogvelden driepasboog. Portaal bereikbaar door arduinen trapje. Houten balustrade met vierpas. Markant leien zadeldakje met open spant. Rechthoekige deur deels beglaasd en getralied. Zijtrapgevels. Linkerzijgevel gemarkeerd door twee lagere volumes die bergplaats en privaat herbergen. Gelijke achtergevel met lagere aanbouw.

Interieur. Aangepaste interieur met typische dubbelhuisplattegrond. Centrale gang met lambrisering van witgeglazuurde tegels. Rechthoekige deuren naar salon, wachtkamer en keuken. Behouden schrijnwerk in "Peach Pine". Links, dwars op de gang ingeplante steektrap, een typisch element voor de 19de-eeuwse pastorie. In de 19de-eeuwse pastorie staat de trap steeds, al dan niet zichtbaar, in het midden van het huis, dwars op de gang waardoor een T-structuur ontstaat.

Parochiezaal

Ten oosten van de pastorie, parochiezaal. Dwars op de straat ingeplant bakstenen volume van één bouwlaag onder pannen zadeldak. Kroonlijst rustend op consoles. Gevels geritmeerd door spitsboognissen al dan niet doorbroken door getraliede vensters onder arduinen latei. Getoogde deuropeningen. Vernieuwd schrijnwerk.

Interieur. Zaal met behouden balkroostering bestaande uit moer- en kinderbalken. Eenvoudige schouwmantel. Gang met steektrap naar de zolder.

Rechts twee bakstenen pijlers met ijzeren poort en hek dat doorloopt in het hek van de pastorie en zo één geheel vormt.

VLAAMS INSTITUUT VOOR HET ONROEREND ERFGOED, Documentatiecentrum, Kaarten en plattegronden K.C.M.L., W0033: Plan voor de herstelling en vergroting van de Sint-Martinuskerk (arch. A. Verbeke), 1887.


Bron: Beschermingsdossier DW002372 (2010)
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: S.N. 2011: Pastorie en parochiezaal Sint-Amandus en Heilig Hartparochie [online], https://id.erfgoed.net/teksten/132462 (geraadpleegd op ).


Pastorie ()

Typische laat 19de-eeuwse neogotische pastorie van 1893 naar ontwerp van de Kortrijkse architect Jules Carette.

Dieper in gelegen woning, aan de straat afgezet door laag bakstenen gecementeerd muurtje met ijzeren hek. Vrijstaand dubbelhuis van vier traveeën en twee bouwlagen onder leien zadeldak. Verankerde (sierankers) baksteenbouw op plint van bossage. Aflijnende dubbele bakstenen fries. Twee traveeën breed risaliet oplopend in trapgevel.

Vensters, onder meer kruisvensters, gevat in spitsboognis met in de boogvelden driepasboog. Portaal bereikbaar door arduinen trapje (vier treden). Houten balustrade met vierpas.

Markant leien zadeldakje met open spant. Rechthoekige deur deels beglaasd en getralied.

Zijtrapgevels. Linkerzijgevel gemarkeerd door twee lagere volumes die bergplaats en privaat herbergen. Gelijke achtergevel met recentere uitbouw.

Interieur. Aangepast interieur met typische dubbelhuisplattegrond. Centrale gang met lambrisering van witgeglazuurde tegels. Rechthoekige deuren naar salon, wachtkamer en keuken. Behouden schrijnwerk in "Peach Pine".

Links, dwars op de gang ingeplante steektrap, een typisch element voor de 19de-eeuwse pastorie. In de 19de-eeuwse pastorie staat de trap steeds, al dan niet zichtbaar, in het midden van het huis, dwars op de gang waardoor een T-structuur ontstaat.

Ten oosten van de pastorie, parochiezaal. Dwars op de straat ingeplant bakstenen volume van één bouwlaag onder pannen zadeldak. Kroonlijst rustend op consoles.

Gevels geritmeerd door spitsboognissen al dan niet doorbroken door getraliede vensters onder arduinen latei. Getoogde deuropeningen. Deels vernieuwd schrijnwerk.

Interieur. Zaal met behouden balkroostering bestaande uit moer- en kinderbalken. Eenvoudige schouwmantel. Gang met steektrap naar de zolder.

Rechts twee bakstenen pijlers met ijzeren poort en hek dat doorloopt in het hek van de pastorie en zo één geheel vormt.

  • Archief Administratie Monumenten en Landschappen Brussel, plannenfonds K.C.M.L., provincie West-Vlaanderen, Spiere, pastorie.

Bron: DE GUNSCH A. & DE LEEUW S. met medewerking van SCHEIR O. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Spiere-Helkijn, Deelgemeenten Helkijn en Spiere, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL16, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs:  De Gunsch, Ann; De Leeuw, Sofie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: De Gunsch A. & De Leeuw S. 2005: Pastorie en parochiezaal Sint-Amandus en Heilig Hartparochie [online], https://id.erfgoed.net/teksten/72287 (geraadpleegd op ).