De Molen van Sint-Anneke of de Molen van 't Veertje is een laat 18de-eeuwse houten korenwindmolen van het type staak- of standerdmolen met een gesloten voet, ingeplant aan de Schelde op een horecapaviljoen.
De windmolen was aan het einde van de achttiende eeuw (na 1775) gebouwd in het Limburgse Kwaadmechelen, waar hij plaats moest ruimen voor de aanleg van het Albertkanaal. Hij werd in 1937 door Imalso overgebracht naar het Sint-Annastrand en op het dakplatform van een horecapaviljoen opnieuw opgebouwd, zonder nog maalvaardig te zijn. Als ontwerper van het recreatiegebied krijgt architect Renaat Braem in 1970 opdracht voor de restauratie van de windmolen, die zal worden overgedragen aan het stadsbestuur. Tijdens de voorbereiding wordt in april 1973 nog zware schade toegebracht door voorjaarsstormen. Molenbouwer Walter Mariman uit Zele gaat in 1974 met de restauratie van start. De werken houden de vernieuwing in van het wiekenkruis, de kruisbalken, schoren, het afdak, balkon, de trap, staart en het kruiwerk. Braem ontwerpt ook het nieuwe topstuk, een windvaan in de vorm van een veer en een kraak als dubbele verwijzing naar de naam en de ligging aan de Schelde. Na een brand in 1996, wordt de molen in 2000-2001 herbouwd door Thomaes Molenbouw bvba uit Beveren-Roeselare, en in 2008 maalvaardig gemaakt door ‘t Gebinte Molenbouw uit Erpe-Mere.
Vanaf 1970 is Braem in opdracht van eigenaar Imalso betrokken bij de renovatie van het café-restaurant onder de molen. De lage constructie met een achthoekige plattegrond dateert vermoedelijk uit 1937 en is opgedeeld in een cafetaria, restaurant en feestzaal, met woonruimte voor de uitbater. Schetsen uit 1970 voegen een afgeschermd terras met luifel toe. In 1971 tekent Braem een concept voor het café-interieur waarvan de vormgeving volledig is afgeleid van de driehoek, een motief dat ook terugkomt in het meubilair. In een eerste voorontwerp uit 1973 wordt de 80 m gevelomtrek met een houten betimmering bekleed, op analoge wijze als het openluchtzwembad. Het definitieve ontwerp uit 1974 kiest voor een gevelparement uit mangaankleurige baksteen en een luifel in houten betimmering. Dit betekent een vereenvoudiging ten opzichte van het oorspronkelijke opzet van Braem om de hoeken te accentueren door golvende steunberen met glazen windschermen voor het terras, en de gevels af te werken met een leien afdak. Pas na uitvoering van de renovatiewerken in 1975-1976, ontwerpt Braem de vaste terrasinfrastructuur die in 1977 wordt opgetrokken.
De Molen van Sint-Anneke is een typische Kempische molen (kortgerokte standaardmolen met gesloten voet en twee zolders), die bijzonder licht gebouwd is met een opmerkelijke, waaiervormig geconstrueerde windveeg en een gepotdekselde kap met gebogen spanten. Het balkon rust op opmerkelijk lange berriebalken. Het torenkot met hoge teerlingen is achtkantig met muren van bepleisterd metselwerk en afgedekt met een gepotdekselse kap. Verder kenmerkt de molen zich door een geprofileerde brasem, lage middenlijsten (tot de brand van 1996 met ingekerfde data, onder andere 1683 en 1871), een stalen, gelast gevlucht van 24 meter en een Kempische askop in gietijzer, twee steenkoppels, aangedreven door lantaarnwielen, smeedijzeren klauwijzers, kunststenen met tweetaks rijnen, houten steenkisten, houten galg, buitenkruiwerk met kamwiel, ijzeren hoepelvang en keervang met houten flenswiel.
Auteurs: Vandeweghe, Evert; Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Vandeweghe E. & Braeken J. 2020: Windmolen van Sint-Anneke [online], https://id.erfgoed.net/teksten/359179 (geraadpleegd op ).
De Molen van Sint-Anneke of de Molen van 't Veertje is een houten staak- of standerdmolen met een gesloten voet en twee steenkoppels voor het malen van graan. De windmolen was aan het einde van de achttiende eeuw (na 1775) gebouwd in het Limburgse Kwaadmechelen, waar hij plaats moest ruimen voor de aanleg van het Albertkanaal. Hij werd in 1937 door Imalso overgebracht naar het Sint-Annastrand en op het dakplatform van een horecapaviljoen opnieuw opgebouwd, zonder nog maalvaardig te zijn. Als ontwerper van het recreatiegebied, krijgt Braem in 1970 opdracht voor de restauratie van de windmolen, die zal worden overgedragen aan het stadsbestuur. Tijdens de voorbereiding wordt in april 1973 nog zware schade toegebracht door voorjaarsstormen. Molenbouwer Walter Mariman uit Zele gaat in 1974 met de restauratie van start. De werken houden de vernieuwing in van het wiekenkruis, de kruisbalken, schoren, het afdak, balkon, de trap, staart en het kruiwerk. Braem ontwerpt ook het nieuwe topstuk, een windvaan in de vorm van een veer en een kraak als dubbele verwijzing naar de naam en de ligging aan de Schelde. Na een brand in 1996, wordt de molen in 2000-2001 herbouwd, en in 2008 maalvaardig gemaakt.
Vanaf 1970 is Braem in opdracht van eigenaar Imalso betrokken bij de renovatie van het café-restaurant onder de molen. De lage constructie met een achthoekige plattegrond dateert vermoedelijk eveneens uit 1937 en is opgedeeld in een cafetaria, restaurant en feestzaal, met woonruimte voor de uitbater. Schetsen uit 1970 voegen een afgeschermd terras met luifel toe. In 1971 tekent Braem een concept voor het café-interieur waarvan de vormgeving volledig is afgeleid van de driehoek, een motief dat ook terugkomt in het meubilair. In een eerste voorontwerp uit 1973 wordt de 80 m gevelomtrek met een houten betimmering bekleed, op analoge wijze als het openluchtzwembad. Het definitieve ontwerp uit 1974 kiest voor een gevelparement uit mangaankleurige baksteen en een luifel in houten betimmering. Dit betekent een vereenvoudiging ten opzichte van het oorspronkelijke opzet van Braem om de hoeken te accentueren door golvende steunberen met glazen windschermen voor het terras, en de gevels af te werken met een leien afdak. Pas na uitvoering van de renovatiewerken in 1975-1976, ontwerpt Braem de vaste terrasinfrastructuur die in 1977 wordt opgetrokken.
Bron: Braeken J. (ed.) 2010: Renaat Braem 1910-2001. Architect, Relicta Monografieën 6. Archeologie, Monumenten en Landschapsonderzoek in Vlaanderen, Brussel.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2010: Windmolen van Sint-Anneke [online], https://id.erfgoed.net/teksten/134924 (geraadpleegd op ).
Windmolen, in 1937 opgericht op dak van een ontspanningsgelegenheid. Gesloten houten standaardmolen van 1787 afkomstig van Kwaadmechelen. Bij verbouwingswerken naar ontwerp van R. Braem in 1973-75 werd de molen gerestaureerd en werden wieken, kruisbalken, schoren, afzet, balken, trap, staart en kruiwerk vernieuwd.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Windmolen van Sint-Anneke [online], https://id.erfgoed.net/teksten/7233 (geraadpleegd op ).