Tweeledige hoeve van 1835, met woonhuis in laatclassicistische stijl, behorend tot het gehucht Geisteren.
Twee parallelle gebouwen nok loodrecht op straat, ten noorden van erf het woonhuis met de dwarsschuur, ten zuiden de stal, die aan de straatzijde voorzien is van een ingebouwde kapel. Als dusdanig, zonder de kapel, staat de hoeve reeds aangeduid in de Atlas van de Buurtwegen (1845).
De noordvleugel is een gecementeerd bakstenen gebouw van één bouwlaag onder zadeldak (golfplaten). Smeedijzeren muurankers met krullen.
Het woonhuis is een enkelhuis van vier traveeën. Rechthoekige vensters in kalkstenen omlijsting, voorheen beluikt (duimen). Rechthoekige deur in gecementeerde omlijsting. Gecementeerde, lage staldeur. Korfboogpoort. De achtergevel werd gewijzigd in de tweede helft van de 19de eeuw: vlakke bakstenen pilasters, dropmotief onder de dakrand, gewijzigde muuropeningen. De zijgevel aan straatzijde heeft getoogde en rechthoekige muuropeningen, waarschijnlijk uit de tweede helft van de 19de eeuw, voorheen beluikt; in de geveltop een gesmeed ijzeren muuranker met jaartal 1835. Rechter zijgevel met aandak, vlechtingen, top- en schouderstukken.
De stal is een versteende vakwerkbouw met resten van het ankerbalkgebint. Eén bouwlaag onder zadeldak (Vlaamse pannen). Rechter zijgevel met aandak en vlechtingen. Sterk vervallen kapel, ingebouwd aan straatzijde; gecementeerde voorgevel met aandak, voorzien van een gecementeerd rondboogportaal.
Interieur: resten van de oorspronkelijke neogotische beschildering. Het erf is aan straatzijde afgesloten door een lage muur met twee bakstenen pijlers. Achter aan het erf een nieuw woonhuis.