Voormalige watergraanmolen (onderslagmolen) op de Bosbeek. Graanmolen van het onderslagtype. Eerste vermelding in 1530. Hij staat aangeduid op de Ferrariskaart (1771-77) en in de Atlas van de Buurtwegen (1845); hij was steeds eigendom van de heren van Opoeteren, oorspronkelijk de prins-bisschop van Luik, sinds 1619 de familie de Selys. Wanneer de familie Bemelmans van Luik in 1845 de goederen van de Selys in Opoeteren koopt, hoort daar ook de Dorpermolen bij.
Het huidige gebouw dateert van 1859. Sinds de jaren 1950 wordt op elektriciteit gemalen. De molen is een klein, rechthoekig diephuis van twee traveeën en één bouwlaag onder wolfsdak (mechanische pannen). Bakstenen gebouw, met in de achtergevel het thans metalen molenrad; betonnen sluiswerk over de Bosbeek. In de voorgevel een rechthoekig laadvenster in houten kozijn; de houten katrol onder de dakrand is nog aanwezig. Rechthoekige deur in houten kozijn. In de linkerzijgevel een rechthoekig venster onder houten latei. Twee houten kozijnen in de rechterzijgevel. In de achtergevel getoogde vensters.
CUPPENS H. & SMET W., Limburgse watermolens. Molens op de Aabeek-Bosbeek en Itterbeek, Sint-Niklaas, 1980.
VAN DOORSLAER B., Met de stroom mee of tegen de wind in ? Molens in Limburg, Borgloon, 1996, p. 41.
Bron: SCHLUSMANS F. 2005: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kantons Bree - Maaseik, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19n1, Brussel - Turnhout. Auteurs: Schlusmans, Frieda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)