is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Klooster en kerk der redemptoristen
Deze vaststelling is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Klooster en kerk der redemptoristen: Kloosterkerk Sint-Alfonsus
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Klooster en kerk der redemptoristen
Deze vaststelling was geldig van tot
Het klooster van de paters redemptoristen, gelegen in een grote tuin en begrensd door de Brabançonnestraat, de Dekenstraat en de achtermuur van de Centrale Gevangenis, werd vanaf 1924 naar ontwerp van Kanunnik R. Lemaire en onder leiding van de Leuvense architect Frans Vandendael opgetrokken, en bestaat uit verschillende kloostervleugels (1924-1925), een ruim studiehuis (1926-1927), een kerk en een bidkapel (1926-1928) en een drukkerij (1928). De kloostergebouwen werden in 1986 grotendeels afgebroken om plaats te maken voor een modern rusthuis voor bejaarde paters naar een ontwerp van architect F. Van den Heuvel, terwijl enkele resterende vleugels met onder andere refter en bibliotheek, een gedeelte van de pandgang en het studiehuis werden verbouwd tot studentenverblijf.
De kloosterkerk, opgetrokken in baksteen, natuursteen en beton, werd gebouwd naar het model van een vroegchristelijke basilica met een narthex en een rechte koorafsluiting, en is afgedekt met zadel- en lessenaarsdaken (zwarte pannen). De buitengevels in bruinrode baksteen boven een breukstenen plint, worden verticaal geritmeerd door lisenen en rondboogvensters in getrapte nissen, en horizontaal door hardstenen waterlijsten. Noord- en zuidgevel bevatten een groot roosvenster. Aan de Brabançonnestraat rijst een klokkentoren op met leien tentspits en rondbogige galmgaten.
De narthex, boven de rondboogdeur "1928" gedateerd, geeft via twee tochtportalen toegang tot de kerk. Het schip van vijf door gordelbogen gescheiden traveeën onder een vlak cassettenplafond, heeft drie, door hardstenen lijsten afgelijnde registers: een rondboogarcade met hardstenen kolommen tussen hoofd- en zijbeuk, daarboven een dito galerij ter hoogte van de tribune en het doksaal en helemaal bovenaan een reeks rondboogvensters met glas in lood. Het licht verhoogde koor bevat het hoofdaltaar met tabernakel onder een baldakijn van zwarte marmer en enkele koorkapellen met altaren en iconen. De binnenmuren van de kerk bestaan uit geel en blauwgrijs parementmetselwerk, de zuilen, pilasterbasementen en -kapitelen uit gebikte blauwe hardsteen. De vloeren zijn in eenvoudige cementtegels gelegd en het betonnen cassettenplafond is beschilderd met lijstwerk en bladmotieven. Verder zijn vermeldenswaard: het mozaïek Onze-Lieve-Vrouw van Altijddurende Bijstand op het zijaltaar van de linkse zijbeuk, de geschilderde kruisweg en wijdingskruisen, de eiken biechtstoelen in muurnissen en het orgel, in 1949 gebouwd door H. Van de Loo, op het doksaal.
Tegen de westgevel van de kerk, de sacristie - ingericht als winterkapel, met op de verdieping de vroegere ziekenzaal - opgevat als een bakstenen volume van twee bouwlagen en zes traveeën op een bakstenen plint met hardstenen waterlijst en onder een plat dak met houten kroonlijst. De rondboogvensters aan de tuinzijde bewaren het oorspronkelijke neoclassicistisch houten schrijnwerk en koperbeslag.
Gesitueerd tegen de huizenrij in de Brabançonnestraat maar achteruitliggend ten opzichte van de rooilijn, bevinden zich restanten van de kloostervleugels: een dwarsvleugel van twee bouwlagen en een afgeknotte langsvleugel van drie bouwlagen, beide onder leien mansardedaken met dakkapellen. De straatgevels hebben rechthoekige vensters op de begane grond en steekboogvensters in de bovenbouw met hardstenen omlijstingen en doorgetrokken penanten. De toegangspartij van het klooster -een hardstenen blokomlijsting met rondboogdeur en steekboogvenster- werd in de blinde zijgevel hergebruikt. Aansluitend bevinden zich nog enkele traveeën van de vroegere pandgang, deels één, deels twee bouwlagen hoog, geleed door lisenen en rondboogvensters, en het grote studiehuis met een naar de tuin gerichte lijstgevel van vijf bouwlagen en dertien traveeën. Het geheel werd grondig verbouwd bij de herbestemming tot studentenhuisvesting.
Van de vroegere drukkerijgebouwen rest slechts een als studentenflats verbouwde vleugel en een gedeelte van de bakstenen afsluitingsmuur aan de Dekenstraat (nummers 26-28-30).
De oorspronkelijk ruime tuin die van de Brabançonnestraat langsheen de gevangenismuur tot tegen de Dekenstraat liep, is gedeeltelijk bebouwd met garages, of verhard als parkeerruimte. Het resterende gedeelte achter het rusthuis bestaat uit een grasperk, een moes- en bloementuin en een dreef langsheen de gevangenismuur met een serie reliëfs die "De zeven Smarten van Maria" verbeelden.
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Brabançonnestraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Klooster en kerk der redemptoristen [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/72382 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.