Twee markante realisaties van universitaire architectuur, naar ontwerp van professor ingenieur-architect P. Van Aerschot, waarbij een voetgangersdoorgang gerealiseerd werd tussen de Tiense- en de Naamsestraat via de nieuwe gebouwen, het Paus-, het Maria-Theresia- en het Veteranencollege.

Nummer 24. In 1989 ingehuldigde Aula Maxima, waarbij de vorm -duidelijk de functie van het gebouw volgend- gebaseerd is op drie elementaire vormen en kleuren, meer bepaald vierkant (blauw), cirkel (rood) en driehoek (geel). Sober en classicistisch aandoend complex dat harmonisch in het straatbeeld ingepast werd en bestaat uit een bepleisterd vierkant hoofdvolume op een hardstenen plint en afgelijnd door een monumentale afgeschuinde kroonlijst, een met hardsteen beklede driehoekige ingangsportiek die verlicht wordt door een glazen kegel met metalen punt, en een cirkelvormige pauzekamer met bakstenen penanten en een getrapte kroonlijst.

Nummer 26. In 1974 in gebruik genomen faculteitsbibliotheek die ontworpen werd volgens de klassieke bibliotheekopbouw en bestaat uit gelijke vierkanten, toegepast in een met baksteen opgevulde betonstructuur met verwerking van hout. Half vrijstaand gebouw van vier bouwlagen met een naar de aula gekeerde blinde gevel, een zes traveeën tellende straatgevel en een getrapte zijgevel met ver achteruitgeschoven, bijkomende ingangstravee. Gekenmerkt door een subtiel evenwicht tussen horizontale en verticale lijnen weerspiegelen de gevels de inwendige structuur met vides door de al dan niet verdiepte vensters, voorzien van typische zon- of borstweringen en afzaten die in de rechtse helft van de gelijkvloerse verdieping uitgewerkt zijn als een afgeschuinde bakstenen sokkel.