Modernistische burgerwoning uit 1935, naar een ontwerp van architect Georges Decock met een lijstgevel van twee traveeën en drie bouwlagen onder een plat dak met ongelijke natuurstenen gevelaflijning. De gevel is opgetrokken in geelbruine baksteen op een tot borstweringshoogte opgetrokken hardstenen plint. De smalle deurtravee is uitgewerkt als verheven en hoger opgetrokken risaliet met op de begane grond een verdiepte inkomportiek met een afgeronde en een getrapte deurpost onder een betonnen luifeltje en op de verdiepingen tussen de vensteropeningen panelen in verschillend metselverband. In de brede venstertravee een meerzijdige erkeruitbouw op een gekoppeld cordon in de tweede bouwlaag, eveneens versierd met decoratief metselwerk. Het originele houten schrijnwerk van de grote rechthoekige vensteropeningen is gedeeltelijk gevuld met gekleurd glas in lood.