Groot hoekpand bestaande uit twee rijwoningen (Naamsevest) van drie bouwlagen, opgetrokken in 1933 uit gele en rode baksteen en blauwe hardsteen naar een ontwerp van architect Leo Dierickx, dat verwijzingen vertoont naar het modernisme van de Amsterdamse School. Zeer decoratieve en plastische behandeling van de gevelopstand, verticaal geritmeerd door de rechthoekige vensteropeningen van eenzelfde travee te verbinden door licht verheven en terugwijkende gevelvlakken met brede rollagen en vooral door de deurtraveeën te accentueren met massieve, samengestelde pilasters op een hardstenen console, in de hoek hoger oprijzend met hardstenen bekroning. De tot borstweringshoogte opgetrokken plint en de omlijstingen van beide toegangsdeuren zijn eveneens in blauwe steen. Bij een recente verbouwing werd het oorspronkelijke platte dak vervangen door een leien zadeldak met zware houten kroonlijst en werd het houten schrijnwerk van de rechthoekige deur- en vensteropeningen vernieuwd.