Beide gebouwen dateren uit het interbellum (jaren 1930). Het klooster is een alleenstaand breedhuis van het dubbelhuistype, vijf traveeën en twee bouwlagen onder schilddak (mechanische pannen). Bakstenen gebouw met gecementeerde partijen, op breukstenen plint. Risaliet op consoles, bekroond met een puntgevel, op de tweede bouwlaag van de drie middentraveeën; haaks zadeldak met klokkenruitertje op de geveltop. Rechthoekige vensters in houten kozijn. Vensterregister van smalle, verticale vensters in het risaliet; in de geveltop een rechthoekige nis met Kind Jezusbeeld. Rechthoekige deur in een verdiept portaal van geprofileerde baksteen; hardstenen latei; bolkozijn als bovenlicht.
De school is een langgestrekt gebouw van vijftien traveeën en één bouwlaag onder schilddak (mechanische pannen). Bakstenen gebouw met gecementeerde partijen op een breukstenen plint. Verschillende volumes: centraal gedeelte van negen traveeën onder iets hoger schilddak, waarin een centraal risaliet over drie traveeën met puntgevel, geflankeerd door twee lagere aanbouwsel onder doorlopend dakschild; de puntgevel is voorzien van aandak, vlechtingen, schouderstukken en een gecementeerde of hardstenen afdekking. De uiterste traveeën zijn lager, onder doorlopend dakschild. Rechthoekige vensters met hardstenen lekdrempel; in de puntgevel een bakstenen korfboogvenster met bakstenen druiplijst.
Bron: SCHLUSMANS F. 2005: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kantons Bree - Maaseik, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19n1, Brussel - Turnhout. Auteurs: Schlusmans, Frieda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)