erfgoedobject

Hotel Vandevelde

bouwkundig element
ID
7243
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/7243

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hotel Vandevelde
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Historiek en context

Herenhuis in eclectische stijl gebouwd in opdracht van Louis Vandevelde, naar een ontwerp door de architecten Jean Baptiste en Emile Vereecken uit 1895 (inscriptie). Prominent gelegen op de hoek van de Louiza-Marialei en de Rubenslei, behoort het statige hotel Vandevelde met het hotel Moretus de Theux op de Quinten Matsijslei tot de laatst overgebleven, voorname herenhuizen aan de rand van het Stadspark.

De handelaar-makelaar in leder en wol en later bankier Louis Vandevelde, was bestuurder van de in 1904 opgerichte Financière Anversoise. Na zijn privéhotel liet hij eveneens in 1904 door vader en zoon Vereecken een kantoorgebouw optrekken in de Schuttershofstraat, dat in 1912 nog werd uitgebreid door Emile Vereecken. Deze laatste ontwierp in 1913 een burgerhuis in de Jan Van Rijswijcklaan in opdracht van Isa Vandevelde, de echtgenote of weduwe van Louis Vandevelde.

Het pas voltooide hotel Vandevelde onderging in 1901 al een beperkte aanpassing naar ontwerp van vader en zoon Vereecken. Daarbij werd een monumentale erker toegevoegd tegen de westgevel zijde binnenplaats. Architect Jos. Bascourt, die met de familie Vandevelde verwant was, tekende in 1910 plannen voor de bouw van een garage in de tuin, een project dat geen doorgang vond. In 1937 liet de weduwe Isa Vandevelde door architect Jan De Braey de tuinmuur op de perceelscheiding met de Rubenslei metershoog optrekken, om inkijk te vermijden vanuit de aanpalende, hoge nieuwbouwflat Résidence du Parc. De oorspronkelijke tuinmuur aan de straat werd in 1952 doorbroken voor de bouw van een garage in opdracht van John Vandevelde, naar een ontwerp door de architect Gaston Bascourt. Van recente datum is de aanbouw van een kantoorvleugel die de vroegere tuin beslaat, een project in opdracht van de nv Rhonesco, naar een ontwerp door ingenieur-architect Roger L. Verdun uit 1990. Bij deze ingreep werd het mansardedak van het hotel verhoogd, en verdween een tot dan bewaarde metalen treillage naar 18de-eeuws model, die sinds de bouw de blinde gemene muur van het belendende hotel Le Voir bedekte.

Het hotel Vandevelde behoort tot het latere oeuvre van Jean Baptiste Vereecken, die van 1893 tot 1906 met zijn zoon Emile geassocieerd was. Vanaf midden jaren 1860 bouwde hij een succesvolle carrière uit in dienst van de belangrijkste Antwerpse makelaars- en bankiersfamilies, zoals Havenith, Grisar, Pecher, Bunge, Meeûs, Kreglinger, Good en Nottebohm. Vader Vereecken ontwierp talrijke voorname herenhuizen op de meest prestigieuze locaties van Antwerpen en Berchem zoals het Stadspark en het Prins Albertpark, naast grote aantallen burgerhuizen in nieuwe wijken als het Zuid, onder meer ook voor eigen rekening. Daarbij bleef hij trouw aan een conventioneel eclecticisme van neoclassicistische inspiratie. Vanaf midden jaren 1890 evolueerde de architectuurproductie van het bureau Vereecken, mogelijk onder invloed van zoon Emile, naar het rijker geornamenteerde neorenaissance- of neobarokidioom dat ook het hotel Vandevelde kenmerkt. Andere representatieve voorbeelden uit de beginjaren van de samenwerking tussen vader en zoon Vereecken zijn het hotel Pungs in de Beeldhouwersstraat, en het monumentale ensemble winkelpanden in opdracht van Ernest Paul Grisar en Albert Kreglinger in de Leysstraat. Vanaf 1906 zette Emile Vereecken de praktijk in eigen naam tot midden jaren 1920 voort, met herenhuizen, bank- en kantoorgebouwen in beaux-artsstijl.

Architectuur

Het monumentale hoekgebouw in eclectische stijl met neorenaissance-inslag, omvat een souterrain, twee bouwlagen en een mansardedak (leien). De lijstgevel ontleent een statig karakter aan het parement uit natuursteen, in de benedenbouw contrasterend verwerkt met hardsteen voor de plint, kordons en bossage en bandwerk, omlijstingen, balkonconsoles en vensterkolommen. Horizontaal geleed door de puilijst, het klassieke hoofdgestel en de attiek met postamenten, legt de asymmetrische compositie de klemtoon op de afgeronde hoekpartij. Deze wordt op de bel-etage gemarkeerd door een balkon met balustrade, een drielicht met hermen door de beeldhouwer Josuë Dupon, een rolwerkcartouche en een driehoekig fronton, en hogerop bekroond door een hoog oprijzend dakvenster met voluten, een gebogen fronton en een obelisk als topstuk. Flankerende zijrisalieten met een eenvoudiger dakvenster onder een gebroken fronton, en het deurrisaliet uiterst rechts, bepalen verder het verticale ritme en het gevelreliëf. Het grote traplicht in het rechter zijrisaliet - ooit gedicht maar recent opnieuw opengemaakt – onderscheidt zich door flankerende composiete pilasters, en een rankwerkpaneel als onderdorpel; het portaal met rondboogtweelicht in een guirlandeomlijsting, wordt bekroond door een gebroken fronton met voluten. De overige ornamentatie is ontleend aan het vormenarsenaal van de renaissance, met onder meer typische voluutbustes, wortelmotieven, Toscaanse deelzuilen, diamantkoppen en acanthusconsoles. Het houten schrijnwerk van inkomdeur en vensters is bewaard, evenals het smeedijzeren traliewerk van het souterrain. Opvallend zijn de kleurrijke glas-in-loodramen in art-nouveaustijl die het drielicht van diensttrap en vestiaire naast het portaal vullen. De in 1901 toegevoegde, driezijdige houten erker, rust op ijzeren consoles.

Van de L-vormige kantoorvleugel uit 1990 is het volume ondergeschikt gemaakt aan het herenhuis. Gezocht werd naar dezelfde kleur natuur- en hardsteen, en ook de oorspronkelijke tuinmuur met postamenten en een smeedijzeren balustrade bleef ten dele bewaard. In het nieuwe zijportaal is een wellicht van elders gerecupereerd, hardstenen poortje met maskerkop en gebogen fronton op voluutconsoles geïntegreerd.

De compacte plattegrond beantwoordt aan de typologie van de woning voor de vermogende burgerij, met een scheiding van ontvangstruimten, privévertrekken en dienstlokalen. De ruime L-vormige vestibule in de travee uiterst rechts, verbindt het straatniveau met de monumentale traphal die aanzet op het niveau van de bel-etage, en een centrale positie inneemt in het gebouw. De vestiaire en diensttrap sluiten hierbij aan. Rondom bevinden zich een kantoor of fumoir, en een suite van salon en eetkamer wellicht oorspronkelijk aangevuld met een veranda. De bovenverdieping heeft een gelijkaardige indeling met een suite van drie vertrekken. Oorspronkelijk bood het souterrain ruimte aan de keuken en dienstlokalen. Het interieur van vestibule en trapzaal, met een ingelegde mozaïekvloer, een grijs-wit gevlamde marmeren lambrisering, een stucdecor en glas-in-loodramen, wijst op een verfijnde inrichting. Een plafondschildering met putti in een wolkenhemel siert het salon.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1895#1065, 1895#1867, 1901#1534, 1910#591, 18#7797, 18#29754 en 86#900703.

Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hotel Vandevelde [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/7243 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.