Oude hoeve, mogelijk uit de 17de eeuw, reeds aangeduid op de Ferrariskaart (1771-77) als tweeledige hoeve, in de Atlas van de Buurtwegen (1845) in haar huidige vorm; de hoeve was toen eigendom van J. Soons.
Langgestrekte hoeve (nok loodrecht op de straat) met twee kleine, losstaande dienstgebouwen ertegenover. Ordonnantie: dwarsschuur-stal-woonhuis. Oorspronkelijk een gebouw in stijl- en regelwerk, versteend in het vierde kwart van de 19de eeuw, één bouwlaag onder zadeldak (mechanische pannen); gecementeerde plint aan het woonhuis. Het woonhuis behield de traditionele enkelhuisindeling, met woonkeuken en kamer in elkaars verlengde. Getoogde muuropeningen uit de periode van de verstening, de vensters beluikt. Getoogde stalpoort onder gebogen houten latei. Rechthoekige schuurpoort onder houten latei. Achter- en linkerzijgevel zijn gedeeltelijk versteend met cementblokken; in de achtergevel bleven twee traveeën in stijl- en regelwerk behouden: ankerbalkgebint met vulling van Maaskeien.
De twee dienstgebouwen zijn een bakhuis ten oosten en een kleine dwarsschuur/stal ten westen Bakstenen bakhuis van één travee onder zadeldak (Vlaamse pannen); deur onder houten latei. Bakoven tegen de achtergevel: lemen oven op bakstenen stoel onder zadeldakje (Vlaamse pannen). De dwarsschuur/stal telt twee travee onder zadeldak (Vlaamse pannen). Met baksteen en cementblokken versteende vakwerkbouw. Resten van het ankerbalkgebint. Rechthoekige schuurpoort onder houten latei, met aansluitende deur in houten kozijn.
Het erf is gedeeltelijk geplaveid met Maaskeien. Voor het woonhuis een waterput met houten hefboom.