Burgerhuis in neoclassicistische stijl gebouwd in opdracht van Frans Herbosch-Van Regemortel, naar een ontwerp door de architect Florent Verbraeken uit 1906, uitgevoerd in 1907.
Florent Verbraeken, die als architect actief was vanaf begin jaren 1890, zette in 1912 een punt achter zijn korte maar bloeiende architectenpraktijk. Alleen al in Antwerpen realiseerde hij een kleine 200 burgerhuizen, met de grootste concentratie in de wijk Zuid. Daarnaast was Verbraeken, sinds 1899 de huisarchitect van de verzekeringsmaatschappij Antverpia, verantwoordelijk voor de uitbouw van de residentiële enclave Sint-Mariaburg op het grondgebied van Ekeren en Brasschaat. Waar zijn doorsnee architectuur zich conformeerde aan het conventionele neoclassicisme, paste de architect voor belangrijke gebouwen naar typologie de geldende neostijlen toe. Na 1900 waagde hij zich occasioneel aan de art nouveau of het neorococo, omstreeks 1910 een populaire bouwstijl voor voorname burgerhuizen.
Met een gevelbreedte van drie traveeën omvat de rijwoning met enkelhuisopstand drie bouwlagen onder een plat dak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel met schijnvoegen op de begane grond rust op een bewerkte plint uit blauwe hardsteen. Nadrukkelijk horizontaal geleed door de puilijst en cordonvormende lekdrempels, legt de compositie de klemtoon op de middenas. Deze wordt op de eerste verdieping gemarkeerd door een entablement en een balkon beide op voluutconsoles, en op de tweede verdieping door een cartouchesleutel en een driehoekig fronton. De oorspronkelijke, gebuikte gietijzeren balkonborstwering is verdwenen. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige muuropeningen, de bovenvensters met sluitsteen. De eerste verdieping onderscheidt zich door geriemde omlijstingen op doorgetrokken imposten, en bewerkte casementen op de borstweringen en penanten, in de middenas met leeuwenkopchutes. Op de tweede verdieping geriemde omlijstingen met oren en guttae, en accoladevormige onderdorpels met diamantkoppen en guttae. Een klassiek hoofdgestel vormt de gevelbeëindiging, de casementen in de fries met een rankwerkdecor, en de gekorniste houten kroonlijst op klossen en tandlijst.
De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis dat uit een hoofdvolume en smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2019: Burgerhuis in neoclassicistische stijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/313528 (geraadpleegd op ).
Enkelhuis van drie traveeën en drie bouwlagen in neoclassicistische stijl, van omstreeks 1905. Bepleisterde en beschilderde lijstgevel met doorgetrokken lekdrempels en kordons.
Geornamenteerd fries onder houten kroonlijst met tandlijst op klossen. Middentravee met centraal balkon, decoratief stucwerk en bovenvensters met entablement of driehoekig fronton. Rechthoekige vensters in geriemde omlijsting, op derde verdieping met oren en versierde paneeltjes.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Burgerhuis in neoclassicistische stijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/7246 (geraadpleegd op ).