De vrij oude Onze-Lieve-Vrouweparochie, soms beschouwd als moederkerk van Meeuwen, Gruitrode en Ellikom, is waarschijnlijk een stichting van het Onze-Lieve-Vrouwekapittel van Maastricht. Dit kapittel bezat het patronaatsrecht en één derde van de tiende. Het stond het patronaatsrecht later af aan de abdij van Herkenrode, die eveneens één derde van de tienden bezat. Ook de pastoor bezat één derde. De kerk wordt voor het eerst vermeld in 1157. Ze had de rang van quarta capella. Waarschijnlijk stonden het Onze-Lieve-Vrouwekapittel en/of de abdij van Herkenrode in voor het onderhoud van het schip, de pastoor voor het onderhoud van het koor, en de gemeente voor dat van de toren en de schijnbaar enige zijbeuk. In 1726 wordt vermeld dat koor, schip, zijbeuk en toren afgebroken zijn en men bezig is met herstelwerken; de gemeente krijgt de toestemming de zijbeuk af te breken, maar moet dan zelf het schip aan die kant afsluiten en van vensters voorzien. De gemeente staat in voor het onderhoud van de toren, deze was in 1726 vervallen, maar werd hersteld. De oude kerk was opgetrokken uit Maaskeien.
Ze werd in 1887-88 vervangen door een neoromaanse kerk naar ontwerp van architect M. Christiaens (Tongeren); van deze neoromaanse kerk rest slechts de toren en het sterk verbouwde koor. Het schip werd vervangen door een moderne zaalkerk van 1967-68 met noordzuid-oriëntering.
Neoromaanse, bakstenen toren van drie geledingen onder naaldspits (leien). Gecementeerde plint. De twee bovenste geledingen zijn afgewerkt met lisenen en rondboogfriezen. Rondboogvensters in een geprofileerde bakstenen omlijsting. In de westgevel een rondboogportaal in een geprofileerde, bakstenen omlijsting.
Moderne kerk van baksteen onder plat dak. Verticale vensterpartijen van beton en glas.
Bakstenen en betonnen interieur.
Mobilair: beeld Jezus aan het Kruis, gepolychromeerd hout, Meester van de Kempische Calvaries (1510-20). Zijaltaar in het voormalige koor, neogotisch (circa 1888). Communiebank, eik, neogotisch (circa 1888). Doopvont met vier maskers, hardsteen (12de eeuw). Orgel met orgelkast, eik (circa 1901).
- Laat-gotische beeldsnijkunst uit Limburg en Grensland, Sint-Truiden, 1990, nr. 395-400.
- Studiedag neogotiek in Noord-Limburg. Werkdocument 5/001. in Studiedag neogotiek in Noord-Limburg, Lommel, 1990.
- DRIESEN W., Mathieu Christiaens, ingenieur-architect te Tongeren (1865-1934), (Het Oude Land van Loon, 40, 1985, p. 67).
- GERITS J., Gids voor Vlaanderen, Antwerpen, 1985, p. 700.
- GESSLER K., Terechtwijzigingen en aanvullingen, (Limburg, 19, 1937-38, p. 168-176).
- GEUKENS B., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen. Provincie Limburg. Kanton Bree, Brussel-Sint-Truiden, 1977, p. 29-30.
- GRAUWELS J., De aartsdiakonale visitaties van het dekenaat Maaseik (1646-1726), (Het Oude Land van Loon, 38, 1983, p. 225-230).
- VAN DE WEERD H., Het landdekenaat Eyck. Gruitrode. Wyshagen, (Limburg, 5, 1923-24, p. 249-254).