Burgerhuis met art-nouveau-inslag, volgens de bouwaanvraag uit 1905 opgetrokken in opdracht van de weduwe N. Lansen-de Moor. Uit het bouwdossier vallen ontwerper noch aannemer af te leiden. Een eerste project eerder uit 1905, door de architect Jules Hofman, vond geen doorgang.

Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning met enkelhuisopstand drie bouwlagen onder een zadeldak (nok parallel aan de straat). De lijstgevel heeft een parement uit ivoorkleurige Silezische brikken in kruisverband, geaccentueerd door lichtblauw geglazuurde baksteen voor speklagen, ontlastingsbogen en borstweringen. Blauwe hardsteen is gebruikt voor de geprofileerde plint, witte natuursteen voor de puilijst, speklagen, het balkon, balustraden, lateien en lekdrempels. Horizontaal geleed door de puilijst, legt de compositie de klemtoon op de middenas, die op de eerste verdieping wordt gemarkeerd door een balkon met voluutconsoles en balustrade. De blindnis op de tweede verdieping draagt een polychroom mozaïekpaneel dat een vrouwenfiguur verbeeldt in wit gewaad met een lovertak, tegen een landschapsachtergrond en gevat in een blauwe boord. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige en getoogde deur- en vensteropeningen met doorgetrokken lekdrempels en bewerkte lateien op de eerste twee bouwlagen. De bel-etage onderscheidt zich door balustraden in de zijtraveeën en een gebogen waterlijst in de middenas, de tweede verdieping door de borstweringen van de zijtraveeën met een kleurpatroon in het metselwerk. De gevelbeëindiging bestaat uit een polychrome tegelfries met bloemenranken rond een portretmedaillon (vrouwenhoofd), onder de vernieuwde kroonlijst. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur met siersmeedwerk en de vensters met kleine roeden in het bovenlicht is bewaard, evenals de smeedijzeren keldertralies met rozetten en de gietijzeren voetschraper.

De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. Volgens de bouwplannen beslaat de gebruikelijke enfilade van salon, eetkamer en veranda de begane grond, in de achterbouw geflankeerd door de keuken annex pomphuis en toilet.

Art-nouveau-geïnspireerd enkelhuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder pannen zadeldak (nok parallel aan de straat), gebouwd omstreeks 1905.

Kleurige bakstenen lijstgevel met natuurstenen banden en centraal balkon. Derde verdieping met fraai tegeltableau waarop figuur met bladertak; dito fries met bloemen en medaillon met vrouwenhoofd.