Door architect Georges Decock ontworpen bel-etagewoning van twee traveeën en drie bouwlagen plus mansardeverdieping, in 1936 opgetrokken uit oranjegele baksteen met sterk geprononceerde ontdubbelde onder- en bovendrempels uit kunststeen. Verticale geleding van de gevelopstand vanaf de tweede bouwlaag door bakstenen pijlers op gestileerde consoles en bekroond door een deksteen onder de houten kroonlijst. In de brede venstertravee, boven een vierdelige garagepoort met kunststenen omlijsting, een meerzijdige tot kroonlijsthoogte opgetrokken erkeruitbouw. Het originele houten schrijnwerk van deur- en vensteropeningen is versierd met gekleurd en reliëf glas in lood in de bovenlichten en met smeedwerk hekken op de begane grond.