Naar plannen van Georges Decock in 1935 opgetrokken burgerwoning van twee traveeën en drie bouwlagen met plat dak, waarvan de oorspronkelijke winkelpui op de begane grond in 1957 werd verbouwd tot het huidige bandvenster. De brede venstertravee bevat verder in de tweede bouwlaag een driezijdige erkeruitbouw, uitlopend op een balkon met smeedijzeren balustrade in de derde bouwlaag, beiden gevat tussen twee bakstenen lisenen op gestileerde consoles in kunststeen ter hoogte van de latei van de etalage, die uitlopen in getrapte topstukken boven de (vernieuwde) kroonlijst. De gevelvlakken bestaan uit rode baksteen aangewend in verschillende decoratieve verbanden en horizontale en verticale muurbanden uit similibepleistering met grijze granulaten. Oorspronkelijk schrijnwerk op de verdiepingen.