Naar een ontwerp van architect Maurice Benoît uit 1936 opgetrokken modernistische rijwoning met een parement uit geelbruine baksteen met verdoken lintvoegen op een getrapte blauwe steen plint en onder een plat dak met een ver uitstekende en verspringende houten kroonlijst. De smalle deur- en de brede venstertravee worden vanaf de tweede bouwlaag gescheiden door een hoog opgetrokken pijler uit baksteen met hardstenen deksteen die de kroonlijst doorbreekt. In de deurtravee: de inkomdeur tussen afgeronde opstanden onder een hardstenen latei en bovenlicht; in de venstertravee: een erkeruitbouw op een onregelmatig driehoekig grondplan uitlopend op een balkon met metalen buisreling. De bandvensters hebben onderdorpels in zwarte ceramische tegels en verdoken lateien en zijn gevuld met houten schrijnwerk met een verticale onderverdeling.
Stadsarchief Leuven, Modern Archief, dossier 96236 (bouwvergunning 24.01.1936).
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)