Teksten van Drie gekoppelde burgerhuizen in neoclassicistische stijl

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/7252

Drie gekoppelde burgerhuizen in neoclassicistische stijl ()

Geheel van drie gekoppelde burgerhuizen in neoclassicistische stijl, naar een ontwerp door de architect Ferdinand Truyman uit 1891. Opdrachtgever was Maria Amelia Nottebohm-von Laer (1836-1907), weduwe van André Gaspard Nottebohm (1816-1888). Haar schoonvader Diederich Wilhelm Nottebohm (1787-1871), had zich in 1811 samen met zijn oudere broer Johann Abraham Nottebohm ( 1783-1866) vanuit het Duitse Bielefelt (Westfalen) in Antwerpen gevestigd. In 1817 richtten zij de firma Nottebohm Frères op met zetel in de Mutsaardstraat, die zich toelegde op de koloniale handel met name in graan, rijst, koffie en leder. Het bedrijf dat sinds 1852 over een rijstpellerij beschikte en betrokken was bij de uitbouw van transatlantische pakketbootdiensten, werd in 1882 overgenomen door Albert de Bary & C°. De familie Nottebohm ontwikkelde een lange traditie in het kunstmecenaat en de filantropie. Zo richtte Maria Amelia Nottebohm-von Laer uit eigen middelen het Hôpital Dermatologique Nottebohm op, een complex door de architect Jos. Bascourt uit 1899-1901 in de Biartstraat.

Na het overlijden van haar echtgenoot zette Maria Amelia Nottebohm-von Laer vanaf eind jaren 1880 een groot aantal vastgoedprojecten op in de betere wijken van de stad, onder de vorm van individuele of gekoppelde burger- en herenhuizen bestemd voor verhuur. De drie gekoppelde woningen door Ferdinand Truyman vormden haar eerste vastgoedproject aan de Marialei, waar de familie Nottebohm vanouds tot de belangrijkste grondeigenaars behoorde. In 1903 volgde het burgerhuis door Jaak Alfons Van der Gucht op nummer 49, opgetrokken naast de drie gekoppelde burgerhuizen op nummers 43-47 (linker pand gesloopt) die deze architect in 1901 voor dochter Augusta had ontworpen. Jos. Bascourt kreeg in 1904 opdracht voor het burgerhuis op nummer 1 (verbouwd). Voor een grondstuk van elf percelen aan de overzijde van de Marialei, hoek Lamorinièrestraat, ontwierp de architect Joseph Hertogs ten slotte de monumentale eenheidsbebouwing die tussen 1906 en 1908 in drie fasen werd opgetrokken, maar waarvan slechts vier panden bewaard zijn.

Het project is representatief voor het vroege oeuvre van Ferdinand Truyman, die als architect actief was vanaf omstreeks 1880 tot midden jaren 1920, zowel met een privé-praktijk als in dienst van de stad Antwerpen. Uit de jaren 1885 en tot begin 1890 zijn van Truyman zowel gelijkaardige panden in conventionele neoclassicistische stijl bekend, als ontwerpen in neo-Vlaamserenaissance-stijl waarvan het hotel Michiels in de Lamorinièrestraat als belangrijkste voorbeeld geldt. Samen met de architect Hendrik Kennes realiseerde hij in 1892-1895 het Loodswezen op de Tavernierkaai, en met de architect Jan Frans Sel(-Caluwaerts) in 1893-1897 het Hoger Handelsgesticht in de Schildersstraat, ontworpen in monumentale eclectische stijl. Truyman had tot in 1888-1889 zijn domicilie aan de Marialei, vermoedelijk in het ouderlijke huis dat paalde aan de gronden waarop in 1891 de woningen Nottebohm-von Laer zouden worden gebouwd. De bloemist Alfons Truyman, wellicht zijn broer, bouwde hier in 1897 een nieuwbouwwoning.

Met een gevelbreedte van elk twee traveeën, omvatten de volgens spiegelbeeldschema gekoppelde rijwoningen drie bouwlagen onder een zadeldak. Uniform behandeld, beantwoordt de compositie van het gevelfront aan een symmetrisch opzet met de klemtoon op het twee traveeën brede middenrisaliet. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel met schijnvoegen op de begane grond en geprofileerde hardstenen plint, wordt nadrukkelijk gemarkeerd door brede waterlijsten met bewerkte fries, kordonvormende lekdrempels, en het klassieke hoofdgestel met een houten kroonlijst op klossen en tandlijst. Schijnvoegen en bossage, driehoekige frontons, cartouchesleutels met vrouwenhoofd en smeedijzeren borstweringen accentueren het middenrisaliet, dat wordt bekroond door een houten dakkapel met driehoekig fronton en oorspronkelijk klauwstukken. Verder is de opstand opgebouwd uit registers van rechthoekige deur- en vensteropeningen, op de bovenverdiepingen in geriemde omlijsting met oren. Vernieuwd schrijnwerk.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1891#383.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2015: Drie gekoppelde burgerhuizen in neoclassicistische stijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/182426 (geraadpleegd op ).


Eenheidsbebouwing in neoclassicistische stijl ()

Eenheidsbebouwing in neoclassicistische stijl, uit 1891 naar ontwerp van F. Truyman, totaal zes traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak. Bepleisterde en beschilderde lijstgevels met geblokte begane grond, doorgetrokken puilijst, lekdrempels en kordons. Eenvoudige gevelbeëindiging door houten kroonlijst met tandlijst op klossen. Nummer 33 gemarkeerd door balkonvensters en dakvenster onder driehoekige frontons. Rechthoekige vensters in geriemde omlijsting, centrale vensters (nummer 33) met gesculpteerde sleutel en Franse balkons. Rechthoekige deuren; nummer 35 met winkelpui.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1891#383.

Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Drie gekoppelde burgerhuizen in neoclassicistische stijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/7252 (geraadpleegd op ).