In plan en gevelopstand gespiegelde rijwoningen uit 1937 van twee traveeën en drie bouwlagen onder een pannen zadeldak. Het parement van platte geelbruine baksteen in halfsteens verband met geaccentueerde lintvoegen en zwarte ceramische tegels met brede witte horizontale voegen in de plint en de muurvlakken tussen de vensters, wordt bovenaan afgelijnd door een dakrand zwarte ceramische muurdekpannen gevat tussen twee hogeroplopende penanten. Een subtiel spel van horizontale en verticale lijnen en reliëfwerking modeleert de gevelopstand.
Op de begane grond bevindt zich naast een ingediepte portiek met afgeronde hoeken een bakstenen pilaster die aanzet in de plint en bekroond wordt door een ceramische pantegel ter hoogte van de latei, uitgewerkt als een rollaag. In de tweede bouwlaag werd de borstwering enkel verheven uitgevoerd in de venstertravee maar wordt wel doorgetrokken tot de zijkant van de gevel, terwijl de rollaag wel beide vensters omvat maar onderbroken wordt tussen beide woningen. In de derde bouwlaag daarentegen is de verheven borstwering doorlopend onder de vensters en loopt de rollaag over beide gevels door. Recent vernieuwd schrijnwerk van venster- en deuropeningen.
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)