In 1889 stichtte Joris Helleputte de Volksbank van Leuven, een spaar- en kredietmaatschappij ter ondersteuning van de Gilde van Ambachten en Neringen. Na jarenlange vestiging in het minderbroedersklooster (Minderbroedersstraat), werd in 1912 aan J.F. Piscador (1866-1928), architect en leerling van Helleputte, gevraagd in samenwerking met beeldhouwer en gildelid F. Vermeylen een gebouw voor de Volksbank te ontwerpen in neogotische stijl. Het pand werd opgetrokken aan de Muntstraat en stond rechtstreeks in verbinding met het 18de-eeuwse herenhuis van Eynatten (Eikstraat 6), dat dienst deed als directeurswoning en dienstuitgang bij de lokalen en kantoren in het hoofdgebouw. In 1925 werd de publieke hal aan de zijde van de Eikstraat uitgebreid naar ontwerp van architect Piscador. Enkele jaren later, in 1927-’28, werd onder leiding van architect A. Vanden Eynde de kantoorruimte vergroot en verbond men het hoofdgebouw met de directeurswoning door middel van een trap. In 1954 werden interne veranderingen uitgevoerd aan het interieur van de portierswoning.
Het gebouwencomplex van de Volksbank van Leuven, ook Helleputtegebouw genoemd, dat sinds het interbellum achtereenvolgens eigendom was van de Algemene Bankvereniging en de Kredietbank (huidige KBC), werd in 1980 overgedragen aan de Stad Leuven die er haar administratieve diensten in onderbracht.
De voormalige Volksbank van Leuven is een opmerkelijk neogotisch pand met dubbelhuisopstand op rechthoekige plattegrond, met twee bouwlagen en vier ongelijke traveeën onder een leien zadeldak. In het verzorgde gevelfront, uitgevoerd met een parement van zandhoudende kalksteen boven een hardstenen plint, wordt de asymmetrische compositie geaccentueerd door de gevelhoge pilasters die uitlopen in colonetten en waarbinnen vensters met vijflicht, gekoppelde twee- en drielichten zijn ingeschreven. Het verticale ritme wordt enigszins getemperd door de horizontaliserende belijning van opeenvolgend: de sokkel met aflijnend zigzagmotief, de decoratief uitgewerkte friezen als duidelijke scheiding tussen de registers en de sierlijke geajoureerde attiek als bekroning van de gevel. Vormgeving en ornamentering zijn geïnspireerd op het laatgotische vocabularium: zo onder meer de korfboogvormige omlijstingen van deur en vensters met flankerende colonnetten en toten aan de dagkanten, talrijke vegetale ornamenten, drielob en vierpas in het traceerwerk van de attiek en in de fraai uitgewerkte diefijzers van de benedenvensters, en de sierlijke detaillering van de houten deurmakelaar. De oorspronkelijke functie en benaming van het gebouw worden geëxpliciteerd in het opschrift "GILDE VAN AMBACHTEN EN NERINGEN/ VOLKSBANK VAN LEUVEN" boven het drielicht in de derde deurtravee en door de repeterende initialen "VB" (Volksbank) ter versiering van de kroonlijst. Hieraan gerelateerd vormen de diverse symboliserende ornamenten een typerend decor: in het middenfries figureren van links naar rechts de gilde-emblemen van de loodgieters, smeden, schilders, steenkappers, goudsmeden, bouwmeesters, glazeniers, klerken, brouwers, beeldhouwers, kleermakers, plakkers, houtbewerkers, schoenmakers, metselaars en boekbinders; op de pilasteruiteinden heraldische decoraties die de Vereniging, de Gilde van Ambachten en Neringen, de Volksbank, Leuven en België-Brabant uitbeelden.
De Volksbank (1913-1914) van Piscador omvat een tweelaagse straatvleugel waarop achteraan de eenlaagse volumes van centrale publiekshal met omliggende burelen, bibliotheek, sanitair en binnenkoeren aansluiten.
Inwendig getuigen diverse elementen van het neogotische totaalconcept: houten parketvloeren, vele paneeldeuren met spitsboogmotief, pilasters met bladwerkkapiteel en een open bordestrap met rijk gesculptureerde trapaanzet met beurs, uiltje, silhouet stadhuis, schild van België. Markant is tevens het zuilenportiek met gedrukte bogen dat de overgang vormt tussen de grote publiekszaal en de omliggende burelen.
Daarnaast getuigen diverse interieurelementen van latere aanpassingen zoals de mozaïek-en granitovloer, de roodmarmeren lambrisering en beige marmeren trap met smeedijzeren leuning in de verbindingshal met het hotel d’Eynatten.
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten., Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier DB002308, Leuven: Muntstraat 3: de “Volksbank van Leuven” en Eikstraat 4/6: het zgn. hotel d’Eynatten 5 (PAESMANS G., VERLOOVE C., 2009).
Auteurs: De Houwer, Veerle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: De Houwer V. 2024: Volksbank van Leuven [online], https://id.erfgoed.net/teksten/436699 (geraadpleegd op ).
In 1889 stichtte Joris Helleputte de Volksbank van Leuven, een spaar- en kredietmaatschappij ter ondersteuning van de Gilde van Ambachten en Neringen. Na jarenlange vestiging in het minderbroedersklooster (Minderbroedersstraat), werd in 1912 aan J.F. Piscador (1866-1928), architect en leerling van Helleputte, gevraagd in samenwerking met beeldhouwer en gildelid F. Vermeylen een gebouw voor de Volksbank te ontwerpen in neogotische stijl. Het pand werd opgetrokken aan de Muntstraat en stond rechtstreeks in verbinding met het 18de-eeuwse herenhuis van Eynatten (Eikstraat 6), dat dienst deed als directeurswoning en dienstuitgang bij de lokalen en kantoren in het hoofdgebouw. In 1925 werd de publieke hal aan de zijde van de Eikstraat uitgebreid naar ontwerp van architect Piscador. Enkele jaren later, in 1927-’28, werd onder leiding van architect A. Vanden Eynde de kantoorruimte vergroot en verbond men het hoofdgebouw met de directeurswoning door middel van een trap. In 1954 werden interne veranderingen uitgevoerd aan het interieur van de portierswoning.
Het gebouwencomplex van de Volksbank van Leuven, ook Helleputtegebouw genoemd, dat sinds het interbellum achtereenvolgens eigendom was van de Algemene Bankvereniging en de Kredietbank (huidige KBC), werd in 1980 overgedragen aan de Stad Leuven die er haar administratieve diensten in onderbracht.
De voormalige Volksbank van Leuven is een opmerkelijk neogotisch pand met dubbelhuisopstand op rechthoekige plattegrond, met twee bouwlagen en vier ongelijke traveeën onder een leien zadeldak. In het verzorgde gevelfront, uitgevoerd met een parement van zandhoudende kalksteen boven een hardstenen plint, wordt de asymmetrische compositie geaccentueerd door de gevelhoge pilasters die uitlopen in colonetten en waarbinnen vensters met vijflicht, gekoppelde twee- en drielichten zijn ingeschreven. Het verticale ritme wordt enigszins getemperd door de horizontaliserende belijning van opeenvolgend: de sokkel met aflijnend zigzagmotief, de decoratief uitgewerkte friezen als duidelijke scheiding tussen de registers en de sierlijke geajoureerde attiek als bekroning van de gevel. Vormgeving en ornamentering zijn geïnspireerd op het laatgotische vocabularium: zo onder meer de korfboogvormige omlijstingen van deur en vensters met flankerende colonnetten en toten aan de dagkanten, talrijke vegetale ornamenten, drielob en vierpas in het traceerwerk van de attiek en in de fraai uitgewerkte diefijzers van de benedenvensters, en de sierlijke detaillering van de houten deurmakelaar. De oorspronkelijke functie en benaming van het gebouw worden geëxpliciteerd in het opschrift "GILDE VAN AMBACHTEN EN NERINGEN/ VOLKSBANK VAN LEUVEN" boven het drielicht in de derde deurtravee en door de repeterende initialen "VB" (Volksbank) ter versiering van de kroonlijst. Hieraan gerelateerd vormen de diverse symboliserende ornamenten een typerend decor: in het middenfries figureren van links naar rechts de gilde-emblemen van de loodgieters, smeden, schilders, steenkappers, goudsmeden, bouwmeesters, glazeniers, klerken, brouwers, beeldhouwers, kleermakers, plakkers, houtbewerkers, schoenmakers, metselaars en boekbinders; op de pilasteruiteinden heraldische decoraties die de Vereniging, de Gilde van Ambachten en Neringen, de Volksbank, Leuven en België-Brabant uitbeelden.
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Verloove C. & Mondelaers L. 2009: Volksbank van Leuven [online], https://id.erfgoed.net/teksten/72552 (geraadpleegd op ).