Twee gespiegelde enkelhuizen, als ensemble van burgerwoningen in 1903 en waarschijnlijk naar ontwerp van G. Decock gebouwd, met een lijstgevel van tweeënhalve bouwlaag die verticaal geleed wordt door een verhoogd middenrisaliet met tuitgevel en getrapt topstuk dat "1903" gedateerd is en bekroond door een windvaan. De symmetrische en neoclassicistische gevel, gecementeerd met imitatie-metselwerk en platte banden, wordt gekenmerkt door de hoge hardstenen plint van het souterrain, de rechthoekige deuren in hardstenen omlijsting met dubbel bovenlicht, de op voluutconsoles rustende balkons met sierlijke gietijzeren balustrade, de tand- en kroonlijst op klossen en de in geriemde omlijsting gevatte vensters in de tweede bouwlaag met frontons, ondersteund door voluutconsooltjes in de buitenste traveeën en gebroken door een obelisk in het middenrisaliet. Heden deels geschilderde gevel en nog origineel schrijnwerk.
Stadsarchief Leuven, Modern Archief, dossier 64414 (bouwvergunning 31.07.1902).
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)