Hoekwoning naar ontwerp van de Leuvense architect Léon Dierickx (1907-1994) in 1938 opgetrokken op de in 1843 vastgelegde rooilijn ter vervanging van een minstens tot de 17de eeuw opklimmend dubbelhuis.
In gele baksteen opgetrokken, kubusvormig volume van twee bouwlagen met halfronde erkers en dito balkons onder een mansardedak dat in het oorspronkelijke ontwerp voorzien was met kopergroene dakpannen maar na interventie van het Raadgevend Comiteit voor Stadsschoon werd uitgevoerd in een neutrale kleur. Horizontale geleding, geaccentueerd door de metalen relingen en diefijzers, evenals de wit geschilderde, als doorlopende platte band uitgewerkte betonnen lekdrempels en lateien. Deurtravee in de ’s-Meiersstraat, met vleugeldeur tussen twee halfzuilen, bovenaan geflankeerd door twee nagenoeg vierkante venstertjes met over de zuilen doorlopende horizontale diefijzers onder een halfronde, tot in de kroonlijst doorlopende erker met metalen reling en vlaggenstok. De hoeksituatie wordt beklemtoond door over de hoek doorlopende vensters en balkon.
Met uitzondering van de deur en het venster erboven, werd het stalen schrijnwerk - oorspronkelijk voorzien van fijne roeden - volledig vervangen.
De aan het pand grenzende garage in rode baksteen en similisteen (plint en latei) werd gerealiseerd na goedkeuring van de plannen in 1957 (architect G. Jotthier, Heverlee). De tuinpoort, oorspronkelijk opgehangen tussen hekpijlers met gewitte betonnen deksteen, werd verwijderd. Heden door een dakterras overbouwde poortdoorgang waarachter een stadstuin met merkwaardige tuinmuur, opgetrokken in natuursteen met verwerking van ijzerzandsteen, vermoedelijk restanten van het Baiuscollege, later kazerne De Bay.
- Stadsarchief Leuven, Modern Archief, dossier 59338 (bouwvergunning 15.03.1897); dossier 99012 (bouwvergunning 24.05.1938).