Arbeiderswoningen die, samen met de later gewijzigde nummers 31 en 33, als één groot geheel in 1898 op een onbebouwd perceel opgetrokken werden en uitgewerkt zijn als bescheiden enkelhuizen van twee traveeën en twee bouwlagen met een mezzanino onder een zadeldak. De neoclassicistische lijstgevels zijn alle gelijk afgewerkt met een hardstenen plint en een gevelcementering met schijnvoegen, gegroefde banden, waterlijsten, cordons, en een schijf- en dropmotief onder de vlak omlijste steekboogvormige vensters. De oorspronkelijke gevelordonnantie bleef enkel in nummer 23 bewaard; van de overige panden werd de vensters van de begane grond vergroot.
Stadsarchief Leuven, Modern Archief, dossier 60367 (bouwvergunning 24.02.1898).
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)