Typerende neoclassicistische eenheidsbebouwing die illustratief is voor de basisbebouwing van de Bogaardenstraat en een reeks van zeven enkelhuizen in repeterende opstelling omvat, drie bouwlagen hoog en elk twee of drie traveeën, te dateren in de periode 1835-1850, met een later aangebracht decor.

Wit en pastelkleurig geschilderde en bepleisterde uniforme gevelwand met rechthoekige deuren en vensters, bijna vierkant op de bovenste verdieping, en een typerende horizontale geleding door imitatiebanden en tot cordons doorgetrokken lekdrempels. Enigszins uitgesproken decor voor de bovenbouw: geriemde vensteromlijstingen met oren en festoensleutels en panelen met drop en rozetmotieven onder de lekdrempels. Voorts karakteristieke ijzeren vensterleuningen op de tweede, en in nummer 42 ook op de bovenste verdieping, doch slechts gedeeltelijk bewaard houtwerk, later aangepast benedenvenster (1925) in nummer 38 en 40 en vernieuwde kroonlijsten.