Burgerhuis in eclectische stijl, voor eigen rekening opgetrokken door de aannemer Arthur Bernaerts, naar een ontwerp uit 1908. Bernaerts bouwde vóór de Eerste Wereldoorlog meerdere panden in deze wijk, waaronder een burgerhuis in art-nouveaustijl verderop in de Markgravelei. Deze waren vermoedelijk bedoeld als vastgoedinvestering, en bestemd voor verhuur of verkoop.
Met een gevelbreedte van twee ongelijke traveeën omvatte de rijwoning oorspronkelijk een souterrain en drie bouwlagen onder een zadeldak. Dit laatste werd in 1946 vervangen door een bijkomende verdieping, met hergebruik van de houten kroonlijst.De lijstgevel is opgetrokken uit witte Silezische brikken in kruisverband, ruim verwerkt met blauwe hardsteen voor structurele onderdelen als de plint, waterlijsten, speklagen, dorpels en vensterposten, en natuursteen voor de bewerkte decoratieve onderdelen. In overeenstemming met de opdeling in hoofd- en nevenruimten van het interieur, legt de asymmetrische compositie de klemtoon op de brede zijtravee. Deze wordt gemarkeerd door drielichten, en een bow-window op de rijker geornamenteerd eerste verdieping. Daarvan is het decor ontleend aan het eclecticisme, met pilasters als vensterposten, rolwercartouches boven de lateien en guirlandes in de borstwering. Invloed van de art-nouveaustijl uit zich dan weer in het sierlijke smeedijzer van de keldertralies en de borstweringen op de tweede verdieping. In het gevelontwerp onderscheidt het vandaag verdwenen hoofdgestel zich door een meanderfries. Het houten schrijnwerk van de hoge deur met bovenlicht en de vensters met typische roedeverdeling is bewaard.
De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, dat uit een voorbouw en een smalle achterbouw in entresol bestaat. Volgens de bouwplannen bood het souterrain oorspronkelijk ruimte aan een 'cabinet' en de keuken met keukenlift. Op de begane grond wordt de enfilade van salon, eetkamer en veranda met bovenlicht, zoals gebruikelijk geflankeerd door de vestibule, het trappenhuis en de office, met een overdekt terras over de volledige breedte. De bovenverdiepingen bestaan vermoedelijk uit een tot twee voorkamers en een achterkamer, met de badkamer of het 'cabinet de toilette' in de achterbouw.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2012: Eclectisch burgerhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/141341 (geraadpleegd op ).
Enkelhuis van twee traveeën en drie bouwlagen met latere vierde verdieping, uit begin 20ste eeuw. Witte bakstenen lijstgevel met gebruik van natuursteen voor sokkel, banden, kordons, panelen en omlijstingen. Bredere rechter travee met gekoppelde vensters, lichte erker op tweede bouwlaag, ijzeren balkonleuningen op derde bouwlaag. Hoge schouderboogdeur met getoogd bovenlicht.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Eclectisch burgerhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/7268 (geraadpleegd op ).