Volgens de bouwvergunningen van 1921 opgetrokken als twee burgerwoningen met enkelhuisopstand, beide ontworpen door architect G. Decock. Gevels in wederopbouwstijl, voorzien van een parement van witte natuursteen.
Nummer 50 vertoont een predominante classicistisch geïnspireerde vormgeving met getoogde bovenvensters in een vlakke omlijsting - in gebogen erkervormig uitbouw op de tweede bouwlaag - of rechthoekige in een geriemde omlijsting - in de centrale travee met frontonbekroning -, een attiekvormige beëindiging gecombineerd met een pseudofronton. Verder ook toepassing van karakteristieke ornamenten als schijfmotieven op de sluitstenen en een bekronende siervaas.
Nummer 52 refereert qua vormentaal en decor aan de laatbarokke bouwtrant: een halsgevel geleed door geringde kolossale pilasters, met gevarieerde venstervormen in een vlakke omlijsting - de bel-etage gemarkeerd door een centrale rechthoekige erker -, typerende balusterleuningen en ornamenten als cartouches, siervazen en -bol. De gelijkvloerse verdiepingen, die elk in oorsprong een rondboogpoort in de eerste travee omvatte, werden naderhand voor winkelfunctie aangepast.
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)