Teksten van Gekoppelde burgerhuizen in neorégence- en art-nouveaustijl

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/7269

Gekoppelde burgerhuizen in neorégence- en art-nouveaustijl ()

Geheel van twee gekoppelde burgerhuizen in neorégence- en art-nouveaustijl, gebouwd in opdracht van Edmond Coppens en de aannemer Eduard Van Biesen, naar een ontwerp door de architect Edmond Lauwens uit 1911 (inscriptie). Coppens en Van Biesen, die in 1910 al twee woningen van dit type hadden gerealiseerd aan de overzijde van de Markgravelei, waren afgevaardigd beheerders van de Bouwmaatschappij "Berchem’s Toekomst". Deze onderneming bouwde in dezelfde periode onder meer ook een hotel-restaurant "Au Rond Royal" in de Nieuw-Parkwijk "Den Brandt". De jonge Lauwens, die als architect bij alle drie de bouwprojecten betrokken was, stond op dat moment aan het begin van zijn loopbaan. Vóór de eerste Wereldoorlog varieerde zijn architectuur van neorégence tot een gematigde of uitgesproken art-nouveaustijl. Dit tweede bouwproject in de Markgravelei leidde tot een conflict tussen Lauwens en Van Biesen, dat mogelijk het einde van hun samenwerking betekende.

Met een gevelbreedte van drie traveeën tellen de rijwoningen drie bouwlagen onder een pseudo-mansarde (leien). De naar stijl, opbouw en materiaalgebruik afwijkende gevelopstanden, verhullen dat beide panden een uniforme plattegrond hebben, geschakeld volgens spiegelbeeldschema. Het in neorégencestijl ontworpen linker pand (nummer 71) heeft een conventioneel symmetrische compositieschema, dat het accent op de centrale as legt. Met een parement uit natuursteen op een arduinen plint, is de lijstgevel opgebouwd uit horizontale registers en afgewerkt met een klassiek hoofdgestel. De middentravee wordt gemarkeerd door een balkon en een dakvenster met smeedijzeren borstweringen. Verder kregen de korfbogige of gegolfde muuropeningen een geriemde omlijsting met een opvallende schelp-, maskerkop- of rankwerksleutel. Meest expressief is de maskerkop die het dakvenster bekroont.

Het rechter pand (nummer 73) in florale art-nouveaustijl onderscheidt zich door asymmetrisch compositieschema, waarbij de klemtoon op het naar boven verjongende zijrisaliet ligt, dat uitmondt in een expressief dakvenster. Vermoedelijk ontworpen met een parement uit bak- en natuursteen analoog aan Markgravelei 106-108, is de lijstgevel vandaag met een vlakke pleisterlaag bekleed. Het risaliet wordt gemarkeerd door een rechthoekige houten erker, met aansluitend een smeedijzeren balkon en een typisch hoefijzerboogvenster. Opvallend van vormgeving zijn de centrale erkerconsole en de houten kroonlijst. De sgraffito's die het gevelontwerp in de risalietbekroning voorzag, zijn verdwenen. Het houten schrijnwerk van de deuren en vensters lijkt in beide panden bewaard.

Beide woningen hebben een identieke plattegrond die aan de klassieke typologie van het burgerhuis beantwoordt, bestaande uit een voorbouw en een smalle achterbouw in entresol. Volgens de bouwplannen wordt de enfilade van salon, eetkamer en veranda met bovenlicht, op de begane grond geflankeerd door de vestibule, het trappenhuis en de keuken. Beide bovenverdiepingen omvatten twee kamers van gelijke grootte en een 'cabinet de toilette' in de voorbouw, aangevuld met een derde kamertje in de achterbouw. Mansardekamers en de zolder nemen het dakniveau in.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1911#200.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2012: Gekoppelde burgerhuizen in neorégence- en art-nouveaustijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/141387 (geraadpleegd op ).


Burgerhuis ()

Nummer 71. Enkelhuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder pseudo-mansardedak, opklimmend tot begin 20ste eeuw, volgens inscriptie naar ontwerp van Lauwens. Natuurstenen lijstgevel met sober, neorococo getint decor. Hoger opgaande middentravee met gekoppelde rondboogvensters en gebogen afsluiting met maskerkop. Horizontale ritmering door middel van doorlopende lekdrempels en kordons, centraal balkon met ijzeren leuning en kroonlijst op gegroefde consoles. Segment- en spiegelboogvensters met bewerkte sleutels.


Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Gekoppelde burgerhuizen in neorégence- en art-nouveaustijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/7269 (geraadpleegd op ).


Burgerhuis in art-nouveaustijl ()

Nummer 73. Enkelhuis van twee traveeën en drie bouwlagen onder pseudo-mansardedak, in sobere art-nouveaustijl, uit begin 20ste eeuw. Lijstgevel met bredere en hogere linker travee gemarkeerd door erker, ijzeren balkon en dakvenster. Diverse muuropeningen. Schouderboogdeur met sierlijk houtwerk.


Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Gekoppelde burgerhuizen in neorégence- en art-nouveaustijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/141288 (geraadpleegd op ).