is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Architectenwoning Bosmans
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd monument Architectenwoning Bosmans met stadstuin
Deze bescherming is geldig sinds
is deel van de aanduiding als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Bondgenotenlaan
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Herenwoning
Deze vaststelling was geldig van tot
De architectenwoning Bosmans ligt in het laatste deel van de Bondgenotenlaan, in een rij van vier van de Grote Brand gespaarde woningen die deel uitmaken van de basisbebouwing van de voormalige Statiestraat en ten tijde van de bescherming worden omgeven door wederopbouwpanden. De woning werd in 1868 gebouwd naar ontwerp van L. Bosmans en is representatief voor de neoclassicistische architectuur in Leuven.
Het stadsarchief van Leuven bewaart een bouwaanvraagdossier met ongesigneerd gevelontwerp, gedateerd op 2 mei 1868, voor de bouw van een rijk herenhuis, opgetrokken in opdracht van L. Bosmans. Diezelfde Bosmans signeerde als architect het gevelplan bij de bouwaanvraag van de tegenovergelegen burgerwoning Bondgenotenlaan 143, een ontwerp van 12 september 1867 voor G.J. Janssens (?). Er kan dus worden verondersteld dat Bosmans voor het pand aan de Bondgenotenlaan 116 zowel bouwheer was als architect.
De architectenwoning werd opgetrokken in het eerst aangelegde deel van de Statiestraat dat vanaf 1843 gerealiseerd werd en liep van het station tot aan de voormalige Schoonzichtstraat, nu de Jan Stasstraat. Hoewel al een jaar later, in 1844, het wegdek werd opengesteld, kwam de bebouwing maar traag op gang, allicht een gevolg van de strookgewijze onteigening van de terreinen door de Stad. Op het ogenblik van de bouwaanvraag, in 1868, was het belendende en nog bestaande pand nummer 114 reeds gebouwd; het heden aanpalende pand Bondgenotenlaan 118 bestond nog niet. De aanvraag van architect Bosmans werd twee dagen na indiening van het dossier al goedgekeurd. Om ongekende redenen bleef het herenhuis samen met de aanpalende burgerhuizen gespaard van de vergeldingsacties van de Duitse bezetter in augustus 1914. De woning bleef in essentie - op een aantal gipskartonnen wanden en valse plafonds na - tot heden ongewijzigd. In de achterliggende stadstuin echter, waarin duidelijk nog een historische, vermoedelijk oorspronkelijke aanleg te lezen is, werd in 1949 een perceelbreed administratief gebouw in functionele stijl opgetrokken (mogelijk op de plaats van een vroeger dienstgebouw of koetshuis?), waardoor de tuin vanuit de voormalige woning nagenoeg volledig aan het zicht onttrokken is.
De architectenwoning Bosmans is een herenhuis van vier traveeën, een souterrain en drie bouwlagen onder een zadeldak. De enkelhuisopstand en bepleisterde en beschilderde lijstgevel valt in het straatbeeld op door zijn verzorgd en rijk geornamenteerd voorkomen met second empire-inslag. De gevel is opgebouwd met verkleinende ordonnantie en horizontale registerindeling en een geaccentueerde brede poorttravee in risaliet. De geboste begane grond wordt gekenmerkt door verdiepte getoogde vensters boven een hardstenen sokkelvormende onderbouw waarin geriemde rondboogvormige souterrainventsers met sierlijk uitgewerkte diefijzers zijn uitgespaard. De door pilasters gelede bovenbouw heeft omlijste, opeenvolgend rechthoekige en getoogde vensters met doorgetrokken lekdrempels. Boven de rondboogpoort in geprofileerde omlijsting markeren balkons de deurvensters. De rijke behandeling van de gevel uit zich in het typerende decor van panelen en bloemfriezen, rozetten en ingekerfde versieringen, palmet- en liervormige detailleringen in respectievelijk het ajour van de leuningen op de bel-etage en het gietijzerwerk van het bovenste balkon, in de verschillend en rijk bewerkte sluitstenen en voluutconsoles en in de kroonlijst met leeuwenkoppen. Met uitzondering van de poortvleugels werd al het schrijnwerk vervangen.
De achtergevel is uitermate sober uitgewerkt: vlak bepleisterd met rechthoekige vensters in de eerste, licht getoogde vensters in de tweede en derde bouwlaag en rondboogopeningen voor trapvenster en koetspoort. De poorttravee wordt bekroond door een laadvenster met houten laadluiken (deels beglaasd) en uitkragend schilddak met hijsbalk. Een recente brandladder in metaal bevindt zich tussen de derde en de vierde travee. Al het schrijnwerk werd vervangen, met uitzondering van het bovenlicht van de poort en het laadvenster.
Het goed bewaarde interieur van de architectenwoning Bosmans is representatief voor de neoclassicistische architectuur in Leuven. De uitbundig en in eclectisch stijl gedecoreerde poortdoorgang met cementtegelvloer (jaren 1950?) vertoont een gestucte decoratie op wanden en tongewelf, geritmeerd door composietpilasters en rondboogdeuren (drie blinde) met palmetvormige sluitsteen onder een driehoekig fronton. De doorgang is horizontaal geleed door achtereenvolgens een vlakke plint, een door sterk geprofileerd lijstwerk afgelijnde lambrisering van cassetten en rechthoekige spiegels met schijfmotief in de hoeken onder de aanzet van het met rechthoekig lijstwerk versierde tongewelf. Centraal in de poortdoorgang bevindt zich de toegang tot de woning op de verhoogde begane grond: een inpandig portaal met een zeven treden tellende witmarmeren trap die leidt naar een rondboogdeur, geflankeerd door twee rondboognissen. Links van de toegang bevindt zich de deur naar het souterrain, ten tijde van de bescherming een als archiefruimte ingericht niveau, voorzien van een ruimte aan de straat en één aan de tuinzijde, die met elkaar verbonden zijn door middel van een rechthoekige, halfbeglaasde vleugeldeur. In de ruimte aan de straatzijde staat een sobere zwartmarmeren schouwmantel. De tegelvloer is recent.
De verhoogde begane grond met inkom- en trappenhal is voorzien van een bevloering van grote marmerplaten, wit met roze afgeboord, en een brede witmarmeren bordestrap. De eerste vleugel is gevat tussen muren, voorzien van schijnbanden en aangezet door een gegroefde pilaster met decoratief verluchtingsrooster. De tweede vleugel is voorzien van een gietijzeren balustrade met gestileerde bloem- en rankmotieven. Tegen de wanden bevinden zich spiegels van lijstwerk en meanderfriezen. Aansluitend op de hal bevinden zich twee salons die via deuren met rondbogige supraportes toegankelijk zijn: één aan de straat en één aan de tuinzijde. Blikvanger in het salon aan de straatzijde is de witmarmeren schouwmantel met bijhorende spiegel in bladgouden pseudo-eierlijst, beide in classicistische stijl. Voorts werd lambrisering aangebracht met langgerekte spiegels onder een palmettenlijst en op de muurvlakken erboven, spiegels met rocaillemotief in de hoeken. Vermoedelijk is boven het vals plafond het decoratief stucwerk bewaard gebleven in de overgang naar en op het oorspronkelijke plafond. Mogelijks is onder de vloerbedekking in linoleum de parket behouden. De salon aan de tuinzijde heeft een ietwat gedrongen zwart- en bruingeaderde natuurstenen schouw, voorzien van een gedecoreerde koperen (kachel?)inzet en bekroond door een spiegel in een sobere houten omlijsting met trigliefen in de aanzet. Naar analogie met het aanpalende salon is gestuct wandlijstwerk aangebracht boven een fries van geschakelde cirkels met bloem- en bladmotief.
Op de bovenverdiepingen zijn de kamers soberder uitgewerkt met op de eerste verdieping aan de straatzijde links een kamer met zwartmarmeren schouw en bijhorende spiegel in classicistische omlijsting; de aanpalende kamer rechts heeft een witmarmeren schouw en op de wanden spiegels van lijstwerk en een in pseudo-brons uitgevoerd en door guirlandes omgeven medaillon met de voorstelling van een antiek geïnspireerd vrouwenhoofd in profiel. In de kamer aan de tuinzijde staat een zwartmarmeren schouw met voluutstijlen.
Het trappenhuis met een Engelse trap met geprofileerde trappaal en dito spijlen leidt naar de dienstvertrekken en de zolder en wordt verlicht door een eenvoudige lanterneau met geometrisch roedeverdeling. De zolder heeft een houten plankenvloer, twee bediendenkamers en een gietijzeren ophaalsysteem achter het laadluik aan de tuinzijde van de woning.
De ruime ommuurde stadstuin vertoont nog veel sporen van de oorspronkelijke tuinaanleg in Engelse stijl. De huidige tuin is ruim vijftien are groot en wordt slechts gedeeltelijk onderhouden. Van het naar achter oplopende reliëf werd gebruik gemaakt voor een landschappelijke tuinaanleg met twee organisch gestructureerde graspartijen (één beneden en één boven) met een typische omlopende padenstructuur die plaatselijk verdiept werd aangelegd. Op het hoogst gelegen deel is de bakstenen voet aanwezig van een tuinprieel. Tegen de noordwestelijke muur zijn er bakstenen restanten terug te vinden van een verdwenen broeikas. De tuin is gedecoreerd met natuurstenen sokkels waarop klassieke beelden en een vaas zijn opgesteld. In de tuin zijn er opvallend weinig opgaande bomen aanwezig en waarschijnlijk behoort er geen enkele meer tot de oorspronkelijke beplanting. Er zijn wel nog enkele lindes aanwezig, waaronder een zilverlinde (Tilia tomentosa). Een tiental taxussen (Taxus baccata), meer dan vijf grote buxussen (Buxus) en enkele hulstbomen (Ilex) zijn waarschijnlijk oorspronkelijk en in ieder geval typisch voor landschappelijke tuinen. De parkbeplanting wordt bedreigd door spontane opslag van onder meer gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus).
Bron: Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier 4.001/24062/108.1, Architectenwoning Bosmans met stadstuin.
Auteurs: Verloove, Claartje
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Bondgenotenlaan
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Architectenwoning Bosmans [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/72710 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.