Teksten van Burgerhuis in art-nouveaustijl

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/7273

Burgerhuis in art-nouveaustijl ()

Burgerhuis in gematigde art-nouveaustijl gebouwd in opdracht van J. Bergman, naar een ontwerp door de architect Gustave Fierens uit 1911. Het ontwerp is representatief voor het vroege oeuvre van Fierens, wiens carrière omstreeks 1905 een aanvang nam. Van bij de start bijzonder productief, realiseerde de architect vóór de Eerste Wereldoorlog tientallen van dergelijke panden in Antwerpen, vaak per twee of meer gekoppeld. Daarbij paste hij naargelang het project de beaux-artsstijl of een gematigde art nouveau toe, soms zoals in het geval van de woning Bergman een combinatie van beide. Voor verschillende opdrachtgevers realiseerde hij op korte tijd een vijftal panden in hetzelfde bouwblok waaronder de twee aanpalende woningen en het café op de hoek van de Robert Molsstraat, en nog eens vier burgerhuizen verderop in de Markgravelei.

Met een gevelbreedte van drie traveeën, telt de rijwoning drie bouwlagen onder een mansardedak. De verzorgde lijstgevel is opgetrokken uit witte Silezische baksteen in kruisverband, contrasterend verwerkt met antracietkleurige baksteen voor speklagen en ontlastingsbogen. Van natuursteen is in ruime mate gebruik gemaakt voor structurele onderdelen als de erker, waterlijsten, lateien en de gevelbekroning, en van arduin voor de plint en lekdrempels. De symmetrische compositie legt de klemtoon op het brede middenrisaliet, dat opvallend wordt gemarkeerd door een bow-window met balkon en een rondbogig drielicht. Het art-nouveaukarakter komt het sterkst tot uiting in de profilering van natuursteen en arduin, en in de smeedijzeren balkonborstwering. De gevelornamentatie is dan weer ontleend aan de Lodewijk XVI-stijl, met guirlandes, medaillons, chutes met strik en een cartouche als sluitsteen van het risaliet. Het houten schrijnwerk van de deur en vensters met typische roedeverdeling, de kroonlijst en de dakkapel is bewaard.

De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, dat uit een voorbouw en een smalle achterbouw in entresol bestaat. Op de begane grond wordt volgens de bouwplannen de enfilade van salon, eetkamer en veranda, zoals gebruikelijk geflankeerd door de vestibule, het trappenhuis en de keuken. De bovenverdiepingen bestaan vermoedelijk uit een voor- en een achterkamer, met secundaire vertrekken als een 'cabinet de toilette' of de badkamer in de achterbouw.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1911#1409.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2012: Burgerhuis in art-nouveaustijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/141731 (geraadpleegd op ).


Eclectisch rijhuis ()

Rijhuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder pseudo-mansardedak, in eclectische stijl uit het eerste kwart van de 20ste eeuw. Witte baksteenbouw met gebruik van natuursteen voor constructieve en decoratieve elementen, onder meer neo-Lodewijk XVI-decor met guirlandes. Centrale gebogen erker bekroond door smeedijzeren art-nouveauleuning. Rechthoekige vensters met originele roedeverdeling; rondboogvormig, driedelig balkonvenster onder omlopende waterlijst en gesculpteerde medaillonsleutel.


Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Burgerhuis in art-nouveaustijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/7273 (geraadpleegd op ).