Teksten van Herenhuis Bauchau

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/72743

Herenhuis Bauchau ()

Het herenhuis Bauchau is gelegen in het laatste deel van de Bondgenotenlaan, vlakbij het Martelarenplein. Met haar neorococo-geïnspireerde gevel naar ontwerp van Alphonse Stevens en interieur in classicistische stijl, is het pand niet alleen representatief voor de wederopbouwarchitectuur in Leuven, maar ook voor de rijke woonsfeer van de welstellende, hogere burgerij die de woonhuizen aan de prestigieuze Bondgenotenlaan kenmerkte.

Historiek

Bij de vernielingen in de Bondgenotenlaan werd ook het herenhuis van Eugène Bauchau volledig in de as gelegd. In 1920 gaf hij aan architect Alphonse Stevens (1866-1944) de opdracht om op zijn bouwplaats een dubbelwoonst op te trekken, waarvan één wat rijker uitgewerkt dan de andere. De plannen, opgemaakt in juni en juli 1920, werden door de gemeente vergund op 9 oktober 1920. Om onbekende redenen - mogelijks het verbod om het perceel op te splitsen voor twee woningen? – werden de plannen voor de dubbelwoonst nooit uitgevoerd. Een jaar later, op 16 oktober 1921, werden nieuwe plannen ingediend. Dit maal voor een ruime en statige herenwoning, eveneens naar ontwerp van Alphonse Stevens. Stevens was bijzonder actief in de binnenstad van Leuven: zijn oeuvrelijst telt er meer dan 70 projecten, voornamelijk woningen en woonensembles, veelal in zogenaamde wederopbouwstijl opgetrokken.

Het stadsarchief bewaart enkel de geveltekening - gehoogd met aquarel -, geen grondplannen. Met uitzondering van de mansardevensters - waarvoor een gewijzigd ontwerp in blauwdruk bij het dossier werd gevoegd - werd de gevel uitgevoerd zoals voorzien in de aanvraag. In de loop van de jaren 1980 onderging het gebouw beperkte aanpassingen aan de toenmalige kantoorfunctie door toevoeging van een tochtsas tussen de koetsdoorgang en de traphal, bijkomende circulatie/evacuatie, toevoeging van een insteekverdieping aan de tuinzijde boven de poortdoorgang, en inrichting van het entresol en de zolderverdieping.

Beschrijving

Het herenhuis Bauchau is een onderkelderd herenhuis van vier traveeën en twee bouwlagen onder een met zink bekleed mansardedak. De straatgevel is uitgewerkt als een rococo geïnspireerde lijstgevel, volledig bekleed met natuursteen boven een hardstenen plint, met decoratief omlijste getoogde en rondbogige vensters met rocaillesluitsteen binnen een lijnenspel van kordons en pilasters en beëindiging door een kroonlijst met modillons en een attiek met balustrade. Meest opvallend is het rijk uitgewerkte poortrisaliet, belijnd door imitatiebanden en verhoogd door een oeil-de-boeufvormige bekroning, met boven de breed omlijste rondboogpoort een met maskerkop versierde sluitsteen die fungeert als console voor het aansluitende gebogen balkon van het deurvenster. Bijzonder markant is verder de sierlijke detaillering van het houtwerk in het bovenlicht van de koetspoort en van het smeedijzerwerk van de balkons.

De sobere achtergevel van vier traveeën en vier bouwlagen is opgetrokken in baksteen met hardstenen lateien, lekdrempels en hoekblokken. De begane grond is opengewerkt met een korfboogvormige koetspoortomlijsting en dito deur met bovenlicht. De rechthoekige vensters en drielichten aan de salons zijn aangebracht in de rechter travee van de eerste en de tweede bouwlaag. Voorts sieren decoratieve baksteenbanden en spiegels onder de vensters met vernieuwd schrijnwerk.

De tuin is grotendeels verhard, wordt begrensd door een bakstenen muur en is voorzien van een fietsenstalling achteraan op het perceel.

Interieur

Het interieur van herenhuis Bauchau is hoofdzakelijk ingericht met classicistisch geïnspireerde interieurafwerking en is zeer goed bewaard gebleven ondanks de omvorming van woon- naar kantoorfunctie.

Halverwege de koetsdoorgang biedt een recent tochtportaal in een rondboogomlijsting toegang tot de centrale trappenhal. Deze statige, hoge ruimte met monumentale, houten bordestrap met sierlijke trappaal met vaasbekroning is gedecoreerd met visgraatparket, geprofileerd lijstwerk en in grisaille geschilderde supraportes met voorstellingen van putti en strikmotief boven de fraai omlijste deuren naar fumoir, salon en eetkamer. Het sober fumoir heeft een tweekleurig parket en eenvoudig geprofileerd lijstwerk. Het salon wordt gekenmerkt door een tweekleurig parket, een marmeren schouw met gecannelleerde zuilen en in brons uitgewerkte chutes en pseudo-eierlijst onder een in lijstwerk gevatte spiegel en een schildering met voorstelling van bloemen en linten en centraal een antiek opgevatte, lezende vrouw. Voorts zijn de wanden en plafonds gedecoreerd met fraai stucwerk, voorzien van lijstwerk, linten, guirlandes en loof- en bloemmotieven. De eetkamer aan de tuinzijde heeft eveneens een tweekleurige parketvloer, een marmeren schouw met gecannelleerde zuilen en bloemmotief, supraportes en decoratief stucwerk op de wanden en plafonds met lijstwerk, blad- en bloemmotieven en medaillons.

Op de eerste verdieping geeft een centrale hal uit op ruime kamers met tweekleurig parket, dubbele paneeldeuren, sober gestucte muren met geprofileerde lijsten, medaillons en bloemenguirlandes en marmeren schouwen met bloem- en bladmotief, en centraal een voorstelling van spelende putti (kamer straatzijde rechts), een bloemenkorf (kamer straatzijde links) en een accanthus met arabesken (kamer tuinzijde). Verder zijn overal marmeren venstertabletten en decoratief sluitwerk aangebracht. De tweede en derde verdieping deden vermoedelijk oorspronkelijk dienst als dienstvertrekken voor huispersoneel. De muren en plafonds zijn vlak gepleisterd en qua interieurafwerking bevinden zich enkel sobere marmeren schouwmantels in de kamers. Het entresol werd gerenoveerd met een recente eetruimte, keuken en kelder/archiefruimte.

  • Stadsarchief Leuven, Modern Archief, dossier 79956 (bouwvergunning 30.12.1921).
  • BRUNFAUT G. 1926: La Cité Détruite (Louvain), Le Document 5.2.42, 101-106.
  • CELIS J. 1985-1986: De Leuvense stationswijk, 1875-1875. Het ontstaan en de ontwikkeling van een stadsbeeld in de negentiende eeuw, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, KU Leuven.
  • CRAB J. e.a. 1975: Leuven, een stad die groeit. Een gemeenschap bouwt aan haar milieu, Leuven, 107-119.
  • PEETERS M. 1983: Gids voor oud Leuven, Antwerpen, 33-37.
  • STAES J., CELIS J., CRESENS F.A. e.a. 1987: Mechelen, Leuven, Tienen ... retour. Een treinreis door het verleden, Leuven, 89-121.
  • STEYNEN H. e.a. 1985: 15/18. Het verwoeste gewest, Brugge.
  • UYTTENHOVE P. 1983: Van stadsbouwkunst tot stedebouwkunde: een modernistische oefening van Raphaël Verwilghen, M&L Monumenten en Landschappen 2.5, 54-68.
  • UYTTENHOVE P. & CELIS J. 1991: De wederopbouw van Leuven na 1914, Leuven.
  • UYTTERHOEVEN R. 1983: Leuven, Bierstad door de eeuwen heen, Kessel-Lo, figuur 105-108.
  • UYTTERHOEVEN R. 1986: Leuven Weleer 2. De Nieuwe Bovenstad: tussen "Statiestraat" (Bondgenotenlaan) en Tiensestraat, Leuven, figuur 1a-27b.
  • VAN EVEN E. 1895: Louvain dans le passé et dans le présent, Leuven, 197-198.

Bron: Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier 4.001/24062/110.1, Herenhuis Bauchau.
Auteurs:  Verloove, Claartje
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Verloove C. 2013: Herenhuis Bauchau [online], https://id.erfgoed.net/teksten/171055 (geraadpleegd op ).


Heropgebouwd herenhuis ()

Heropgebouwd herenhuis, in 1921 ontworpen door architect (A.?) Stevens met twee bouwlagen en vier traveeën onder mansardedak en een garage in de tuin.

Het pand markeert door zijn elegante Lodewijk XV-geïnspireerde vormgeving. Een lijstgevel volledig bekleed met natuursteen boven een hardstenen plint, met decoratief omlijste getoogde en rondbogige vensters binnen een lijnenspel van cordons en pilasters en beëindiging door een kroonlijst met modillons en een attiek met balustrade. Meest opvallend is het rijk uitgewerkte poortrisaliet, belijnd door imitatiebanden en verhoogd door een oeil-de-boeufvormige bekroning, met boven de breed omlijste rondboogpoort een met maskerkop versierde sluitsteen die fungeert als console voor het aansluitende gebogen balkon van het deurvenster. Bijzonder markant is verder de sierlijke detaillering van het houtwerk in het bovenlicht van de koetspoort en van het smeedijzerwerk van de balkons.

  • Stadsarchief Leuven, Modern Archief, dossier 79956 (bouwvergunning 20.12.1921).

Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs:  Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Verloove C. & Mondelaers L. 2009: Herenhuis Bauchau [online], https://id.erfgoed.net/teksten/72743 (geraadpleegd op ).