Vier bouwlagen hoog, vrij smal burgerhuis dat volgens de bouwvergunning van 1910 werd opgetrokken door architect Th. Van Dormael en, na beschadiging tijdens de Eerste Wereldoorlog, door dezelfde architect in 1916 werd hersteld (zie ook de gevelstenen met jaartal in de top).
Het pand wordt gemarkeerd door zijn eclectisch, op de laatgotische vormentaal geïnspireerd gevelfront, waarin rode baksteen, witte natuursteen en blauwe hardsteen effectvol gecombineerd worden. Kenmerkend is de overkraging van de gevelpartij op een korfboogarcade, de toepassing van de Brugse travee waarin de gestapelde drielichten zijn gevat, de hoekkettingen als extra verticaliserend accent en de beëindiging door een getrapte geveltop met pinakelvormige sierelementen. Houten schrijnwerk met kleine roedeverdeling en decoratief ijzerwerk in de deur.
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)