Breedhuisje van twee bouwlagen en twee traveeën, dat in kern mogelijk opklimt tot de 17de zo niet tot de 18de eeuw, en dat zijn huidig neoclassicistisch uitzicht kreeg in de 19de eeuw. Bepleisterde bovenbouw met karakteristieke belijning door imitatiebanden, getoogde vensters in een geriemde omlijsting met diamantkopsleutel, panelendecor onder de lekdrempels en een klassieke aflijning door tandlijst en kroonlijst op klossen. In de middenpenant een (gerecupereerde?) gevelsteen met jaartal 1541. Koperen platen als bedekking van het zadeldak, het dakvenster en de luifel boven de verbouwde begane grond.
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)