Herenhuis in art-nouveaustijl gebouwd in opdracht van de rentenier Pierre Joseph Ceulemans, naar een ontwerp door de architect Jacques De Weerdt uit 1911 (inscriptie). Ceulemans liet de De Weerdt een jaar later ook een winkelpand ontwerpen op het aanpalende hoekperceel met de Jan Van Rijswijcklaan, maar dit project vond geen doorgang. Het hotel Ceulemans is representatief voor de persoonlijke, op Brusselse voorbeelden geïnspireerde art-nouveaustijl, die de architect vanaf omstreeks 1905 tot aan de Eerste Wereldoorlog in het merendeel van zijn ontwerpen toepaste. Op amper tien jaar tijd realiseerde hij alleen al op het toenmalige grondgebied van de stad Antwerpen meer dan honderd panden, zowel in art-nouveau- als in neorococostijl, vaak van eenzelfde standaardtype. Zijn architectuur is herkenbaar aan de voorkeur voor natuursteen als parement, de vloeiende lijnvoering, de plastische volumetrie en het sierlijke smeedijzer in zweepslagstijl.
Met een gevelbreedte van vier traveeën, omvat de rijwoning een souterrain, drie bouwlagen en een pseudo-mansarde (leien). De verzorgde lijstgevel die zich onderscheidt door een levendige dynamiek en een reliëfrijke oppervlaktebehandeling, is opgetrokken uit natuursteen op een arduinen plint. Asymmetrisch van opbouw legt de compositie de klemtoon op het brede zijrisaliet, waarachter zich de hoofdvertrekken van de woning bevinden. Dit laatste wordt bepaald door een driezijdige erker met een golvend profiel en colonettes, en mondt boven de kroonlijst uit in een klokvormige geveltop met een typisch hoefijzerboogvenster en een opvallend topstuk. Oplopend lijstwerk met een centraal medaillon markeert de overige twee traveeën. De veelal tot twee- of drielichten gekoppelde muuropeningen, onderscheiden zich door een gedrukte korfboogvorm, een typisch gewelfde waterlijst en een lekdrempel met spuwer. Kenmerkend voor de art nouveau van De Weerdt is de ornamentatie, die florale en dierlijke motieven vermengt met veeleer geometrisch vlechtwerk. De wijze waarop de verluchtingsroostertjes in het gevelontwerp geïntegreerd zijn, herinnert aan het werk van de architect Victor Horta. Het houten schrijnwerk van de fraaie deur, vensters, dakkapellen en kroonlijst is bewaard, evenals het smeedijzer van de balkonborstwering, deur- en keldertralies.
De plattegrond van de woning die quasi het volledige perceel beslaat en zich meer in de breedte dan in de diepte uitstrekt, is georganiseerd rond het centrale, halfronde trappenhuis met bovenlicht. Indeling en uitrusting beantwoorden aan een welstellende levensstijl met inwonend personeel. Volgens de bouwplannen biedt het souterrain ruimte aan de spreekkamer en de keuken met keukenlift. Op de begane grond vormen het 'cabinet', de eetkamer en het salon een doorlopende suite in L-vorm, terwijl de vestibule via een trappenpartij aansluit op de zijdelingse inkomgang. Zowel de eerste als de tweede verdieping bestaan uit drie slaapkamers en een badkamer. Onder het dak bevinden zich drie mansardekamers en de zolder.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1911#1927, 1912#2606.
- RAGUENET A. s.d.: Maison à Anvers, Belgique, Rue Mark-Grave 175. Mr. Jacques De Weerdt, Architecte, Monographies de Bâtiments Modernes 285, 321-323.