Rotondevormig opgevat hoekpand waarvoor de bouwvergunning dateert van 1922 en de sokkel uiterst rechts de inscriptie draagt: "E. GOETHALS/ Ing.-arch.-Louvain/ 1923". Beeldbepalende historiserende wederopbouwarchitectuur met complexe opbouw en een Frans geïnspireerde 18de-eeuwse vormgeving. Onderkelderd, twee bouwlagen hoog en acht traveeën tellend hoofdvolume, met uiterst links, een lagere inkompartij van één travee en eveneens twee bouwlagen: het geheel onder mansardedaken (leien) met oeils-de-boeuf. Aan de Justus Lipsiusstraat en op vooruitgeschoven bouwlijn, een aanpalend twee bouwlagen en drie traveeën tellend dienstgebouw met hoekafronding en plat dak.

Markant gevelfront met een uitgesproken verticaal en horizontaal lijnenspel en een picturale materiaalverwerking: baksteen als achtergrond voor een contrastrijke toepassing van blauwe hardsteen en witte natuursteen voor de sokkelvormende onderbouw met imitatiebanden en getraliede keldergaten, de al of niet gelijnde pilastergeleding, de cordons, muurbanden, negblokken en vensteromlijstingen. Per bouwlaag opeenvolgend rond- en schouderbogige vensters in een geprofileerde omlijsting, binnen de brede hoekrisalieten in gekoppelde ordonnantie. Op de bel-etage markeert een doorlopende, sierlijk uitgewerkte ijzeren balkonleuning de deurvensters; een meerledige houten kroonlijst met kraallijst lijnt het geheel af. Risalietvormige inkompartij met brede rondboogdeur met behouden ijzerwerk, gevat in een geprofileerde omlijsting en bekroond door een klassiek entablement. Het pand behield nog zijn origineel houten schrijnwerk.

Zichtbaar volumespel van de door muurbanden belijnde achtergevels en bijgebouwen, onder meer met polygonale uitbouw, en aan de Justus Lipsiusstraat met geblokte pilasterritmering en kleine steekbogige openingen, ten dele ingebracht in een latere periode.