Teksten van Lagere Jongensschool 7 en Lagere Meisjesschool 5 met onderwijzerswoning en turnzaal

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/7282

Lagere Jongensschool 7 en Lagere Meisjesschool 5 ()

Lagere school met aanpalende onderwijzerswoning en turnzaal in eclectische stijl, gelegen in het oostelijke straatgedeelte van de Markgravelei, aan de overzijde van het park “Domein Hertoghe”. Het complex dat oorspronkelijk uit de volledig gescheiden Jongensschool 7 en Meisjesschool 5 bestond, bleef grosso modo in zijn 19de-eeuwse vorm bewaard. Onder de benaming “De Kolibrie” is het ook vandaag nog in gebruik als stedelijke basisschool.

Historiek en context

De lagere Jongensschool 7 en Meisjesschool 5 werd door de stad Antwerpen opgetrokken ter vervanging van het oude schooltje van de Sint-Laurentiusparochie, één van de door de stad gesubsidieerde privéscholen voor arme kinderen. Het complex dat twee maal vier klaslokalen met een capaciteit van 50 leerlingen omvatte, behoorde tot de nieuwe lagere scholen die tijdens de ambtsperiode van burgemeester Jozef Cornelis Van Put (1863-1872) werden opgericht. Het eigenlijke schoolgebouw naar een ontwerp van stadsbouwmeester Pieter Dens uit 1863, kwam in twee fasen tot stand. De linker- en middenvleugel werden als eerste in oktober 1863 openbaar aanbesteed en voltooid in 1864 (zie gedenkplaten in de gangen). De aanbesteding van de rechtervleugel volgde in december 1864, om in 1865 te worden opgetrokken. P.J. Verlinden uit Borgerhout was aannemer van de eerste fase, daar waar Alois De Pauw uit Antwerpen de tweede fase voor zijn rekening nam. Later volgde de bouw van de turnzaal, die rechts tegen het schoolgebouw aanleunt. Stadsbouwmeester Gustave Royers tekende in 1888 voor het ontwerp van deze uitbreiding, die in juni van dat jaar werd aanbesteed en opgetrokken door de bekende Antwerpse aannemer Max Hargot. De toewijzing voor levering van de turntoestellen volgde in 1889. Eerder, in 1884, had Royers al het ontwerp opgemaakt voor de onderwijzerswoning links van de school. Deze werd echter pas als laatste bouwfase van het complex aanbesteed in mei 1892, en vervolgens uitgevoerd door aannemer Adolf Laurent Van Peeterssen.

De ontwerptekeningen voor het schoolmeubilair dateren uit 1866. Als één van de eerste stedelijke lagere scholen werd hier de nieuwe individuele lessenaar van het type 'bancs américains' ingevoerd. Dit standaardtype lessenaar of schoolbank met twee zitplaatsen en rugleuning was in 1865 door Pieter Dens zelf ontworpen, ter vervanging van de tot dan gebruikelijke lange banken voor 8 tot 12 leerlingen, en voor het eerst toegepast in Jongensschool 8 in de Kapucinessenstraat.

De Jongensschool 7 en Meisjesschool 5 is het allereerste gebouw dat Pieter Dens als stadsbouwmeester realiseerde. In functie sinds 1 juli 1863, kwam het ontwerp nog in dezelfde maand tot stand. Tijdens zijn ambtsperiode die in 1884 een einde nam, verrezen in Antwerpen van zijn hand onder meer de verdwenen Vlaamse Schouwburg aan de Kipdorpbrug en het oude Slachthuis aan de Lange Lobroekstraat, negen politiecommissariaten en een twaalftal scholen met als belangrijkste het Koninklijke Atheneum aan de Franklin Rooseveltplaats en de Middelbare Meisjesschool in de Lange Leemstraat. De Jongensschool 7 en Meisjesschool 5 is niet alleen de eerste maar ook de kleinste uit deze reeks schoolcomplexen, nog hetzelfde jaar gevolgd door de Jongensschool 8 in de Kapucinessenstraat en later in de jaren 1860 door de lagere scholen in de Sint-Elisabethstraat en de Boerhavestraat-Schoolstraat. In het gevelontwerp van de Jongensschool 7 en Meisjesschool 5 lijkt Dens nog terug te grijpen naar de midden 19de-eeuwse Rundbogenstil, die ook het verwante toegangsgebouw van de lagere school in de Sint-Elisabethstraat typeert. Kenmerken zijn de sobere, robuuste baksteenarchitectuur, het exclusieve gebruik van rondbogen, en het verzaken aan overtollige ornamenten. Later evolueert zijn stijl naar een meer decoratief, door de neorenaissance beïnvloed eclecticisme. Qua type en opstand zijn de ongeveer gelijktijdig ontstane lagere scholen in de Markgravelei en de Kapucinessenstraat sterk verwant.

Architectuur

Het schoolgebouw vormt een eenvoudig rechthoekig volume met een gevelbreedte van acht traveeën parallel aan de straat, twee bouwlagen hoog onder een zadeldak. Loodrecht op de straat staat de turnzaal, een eenbeukige constructie van één bouwlaag onder een zadeldak met bovenlichten en dakruiters voor ventilatie. De onderwijzerswoning is van het type burgerhuis, en telt twee bouwlagen en vijf traveeën onder een zadeldak. Het complex is uniform opgetrokken uit rode baksteenbouw in kruisverband, met gebruik van arduin voor de plint en dorpels, natuursteen voor waterlijsten, vensterposten en de schaarse ornamenten, en zink voor de dakbedekking. De lastenboeken vermelden voor de verschillende bouwfasen respectievelijk witte steen van Jaumont, Morlay en Saint-Joire. Waar voor het schoolgebouw metalen balkenlagen van La Providence uit Marchienne-au-Pont werden voorgeschreven, kenmerkt de turnzaal zich constructief door een opvallende dakspant uit eik en grenenhout.

Het gevelfront van het schoolgebouw is volkomen symmetrisch van opbouw, verticaal geleed door vlakke pilasters, horizontaal belijnd door de plint en doorgetrokken lekdrempels, en afgewerkt met een gemetselde architraaf en de houten kroonlijst. De klemtoon van de compositie ligt op het brede middenrisaliet, dat wordt omlijst door kepervormige lisenen, met een getuit pseudo-fronton en een open klokkenstoel als bekroning. Een opvallende rondboog op pilasters, integreert een rondboogtweelicht met het wapen van de stad Antwerpen in het boogveld, onder de inscriptie “LAGER ONDERWYS.”. Het ontwerp van Pieter Dens koppelt de afzonderlijke inkomportalen van respectievelijk de Meisjes- en Jongensschool binnen deze rondboog. De gevelopmeting naar aanleiding van de bouw van de turnzaal uit 1888, situeert ze echter in hun huidige positie links en rechts ervan. Onduidelijk is of het hier om een afwijking van de bouwplannen of een tussentijdse verbouwing gaat. Hogerop doorbreekt een rondboogdrielicht op imposten het gevelvlak. Het uurwerk en de getrapte boogfries die in het gevelontwerp het fronton sieren, werden vermoedelijk niet uitgevoerd. Regelmatige registers van rondboogopeningen in vlakke gemetselde omlijsting ritmeren de zijvleugels. Opmerkelijke details zijn de dubbele voetschrapers en de ronde verluchtingsroosters. Het gevelontwerp van de turnzaal volgt de opstand van het middenrisaliet van het schoolgebouw, met eenzelfde bekroning onder een bolvormig topstuk, lisenen en een groot, door pilasters omlijst rondboogvenster met sluitsteen. De onderwijzerswoning is veeleer neoclassicistisch van ontwerp, met symmetrische zijrisalieten, gekoppelde rondbogen op imposten in het onderste register, rechthoekige bovenvensters en een klassiek hoofdgestel. Het oorspronkelijk houten schrijnwerk van deuren en vensters werd volledig vernieuwd.

Volgens de bouwplannen bestond het volkomen symmetrische schoolgebouw oorspronkelijk uit twee identieke volgens spiegelbeeldschema gekoppelde scholen, links de Meisjesschool 5 en rechts de Jongensschool 7. De plattegrond omvat twee achter elkaar gelegen klaslokalen per bouwlaag in de zijvleugels, geflankeerd door de gescheiden vestibules en traphallen in de middenpartij. Tot de bouw van de nieuwe onderwijzerswoning bezette deze van het oude parochieschooltje een deel van de speelplaats; een door Pieter Dens ontworpen gietijzeren galerij die naar de toiletten achteraan de speelplaats leidde werd later gesloopt. De eenbeukige turnzaal met zijn open dakspant, wordt achteraan begrensd door kleedkamers. De plattegrond van de onderwijzerswoning situeert de suite van salon en eetkamer en de flankerende vestibule aan de straatzijde, en het trappenhuis tussen de keuken en de spreekkamer aan de tuinzijde. Vier slaapkamers nemen de bovenverdieping in.

  • Stadsarchief Antwerpen, dossiers MA#80932, MA#80971, MA#82211, MA#82234 en MA#82379; plannen 697#288, 697#368-370, 697#393-397, 697#2107-2108, 697#2138 en 697#2318.
  • VAN DAELE, H. 1969: 150 jaar stedelijk onderwijs te Antwerpen 1819-1969, Antwerpen.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2012: Lagere Jongensschool 7 en Lagere Meisjesschool 5 met onderwijzerswoning en turnzaal [online], https://id.erfgoed.net/teksten/143533 (geraadpleegd op ).


SILO 7, schoolgebouw en onderwijzerswoning ()

SILO 7. Schoolgebouw in neoclassicistische stijl, uit het derde kwart van de 19de eeuw, en aansluitende onderwijzerswoning (nummer 147) van 1863-64 naar ontwerp van P. Dens (zie gedenkplaten in gangen).

Bakstenen constructie van acht traveeën en één (laatste travee) en twee verdiepingen onder zadeldak. Middenrisaliet met puntgevel en bekronend dakruitertje, laatste travee eveneens met puntgevel en topstuk. Ritmerende lisenen; rondboogvensters en deuren in bandomlijsting, laatstgenoemde in midden- en laatste travee bepleisterd en beschilderd.

Gelijkaardige achtergevel. Oorspronkelijke turnzaal met opengewerkte houten dakspanten.

Onderwijzerswoning van vijf traveeën en twee bouwlagen. Bakstenen lijstgevel met brede puilijst op arduinen plint, licht uitspringende bepleisterde en beschilderde uiterste traveeën met imitatievoegen op begane grond; eveneens bepleisterd en beschilderd fries. Rondbogige en rechthoekige vensters, eerstgenoemde op begane grond onder doorlopend kordon.


Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Lagere Jongensschool 7 en Lagere Meisjesschool 5 met onderwijzerswoning en turnzaal [online], https://id.erfgoed.net/teksten/7282 (geraadpleegd op ).