Volgens de bouwvergunning opgetrokken in 1881, oorspronkelijk homogeen ensemble van drie enkelhuizen in repeterende opstelling, drie bouwlagen en telkens drie traveeën, met lijstgevels grosso modo gelijkaardig opgevat als nummers 18 tot 22.
De heden met schijnvoegen gecementeerde nummers 26 en 28, getypeerd door een bel-etagebalkon in de middentravee en gebruik van arduin voor onder meer de onderbouw, het lijstwerk en decor, behielden hun schrijnwerk in deuren en vensters, nummer 26 bovendien zijn benedenluiken en nummer 28 zijn klassieke houten kroonlijst. Bij nummer 30 dateert het huidige uitzicht met parement van okergele tegels en similisteen met gestileerd decor, de houten erker met markant geometrisch roedepatroon in de bovenlichten, dat ook hernomen werd in het raamwerk van de vensters, van 1908.
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)