Eclectisch burgerhuis volgens kadaster opgetrokken in 1897, samen met nummer 66 deel van belle-epoque-ensemble op de hoek met Kemmelbergstraat nummers 7-13. Kemmelbergstraat nummers 11-13 reeds gebouwd in 1893 naar ontwerp van architect J. Gobin (Oostende) (zie inscriptie in plint). Het complex wordt gebouwd op de plaats waar oorspronkelijk, volgens de benaming gegeven in de mutatieschetsen van het kadaster, een 'panoramatoren' staat. Deze toren met diameter van 40 meter wordt afgebroken in 1892 waarna de vrijgekomen terreinen verkaveld worden. De bouwheer van deze eenheidsbebouwing is August-Armand Dereere-Vandorpe, aannemer te Oostende. In 1927 is het huis nummer 64 de woonplaats van de lokaal gekende architect Oscar-Silvère Dereere, een telg uit deze gekende Oostendse aannemersfamilie (1885-1952).
Breedhuis met souterrain, drie bouwlagen en twee ongelijke traveeën, onder mansardedak, verlevendigd door dakkapel onder driehoekig fronton. Lijstgevel van rode baksteen afgewisseld met lichtblauw geglazuurde baksteen (banden). Gebruik van arduin voor sokkel waarin brede kelderopening en onder meer voor deur- en vensteromlijstingen, sluitstenen, bolornamenten en doorlopende dorpels. Aflijnende geprofileerde houten kroonlijst op consoles. Brede venstertravee uitgewerkt als risaliet uitlopend op afgeknotte puntgevel op schouderstukken; gemarkeerd door onder meer arduinen balkons op uitgewerkte consoles met thans vernieuwde ijzeren leuningen; dito leuning aan bel-etagevenster; licht overkragende pilastervormende omlijsting op derde bouwlaag. Rechthoekige en korfboogvormige muuropeningen. Behouden schrijnwerk. Glas-in-loodvensters met gestileerde motieven in deurtravee. Deels beglaasde paneeldeur met gietijzeren hekwerk en dubbel bovenlicht, bovenste uitgewerkt als oculus in arduinen rondbogige omlijsting op vlakke voluten met sluitsteen en bolornament. Voetenschraper.
Interieur. Inkomhal met onder meer marmeren trap en dito lambrisering waarboven marmerimitatieschildering en stucplafond. Gelijkaardige marmerimitatieschildering (lambrisering en wand) in traphal. Souterrain met onder meer decoratieve cementtegelvloer en zowel houten als tegellambrisering. Het interieur bewaart op alle verdiepingen de enfilade van achter elkaar gelegen vertrekken. Bewaard houtwerk van onder meer trap, binnendeuren, plankenvloeren, inbouwkasten enzomeer. Stucplafonds met centraal rozet en lijstwerk. Eenvoudige marmeren schouwen in neoclassicistische stijl in diverse marmersoorten.
Kadasterarchief West-Vlaanderen te Brugge, 207 : Mutatieschetsen, Oostende, 1897/8.
HOSTYN N., Architecten en architectuur te Oostende tijdens het interbellum - 9, in De Plate, 1988, p. 280.
VAN CAILLIE A., Oostende in Beeld, deel 4, Blankenberge, 1989, nr. 89.
Bron: CALLAERT G., DELEPIERE A.-M., HOOFT E., KERRINCKX H. & VANNESTE P. met medewerking van SANTY P. & SNAUWAERT L. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Oostende, Deel IA: Stad Oostende, Straten A-M, Deel IB: Stad Oostende, Straten N-Z en wijken Haven, Hazegras, Opex, Deel II: Deelgemeenten Mariakerke, Raversijde, Stene en Zandvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL6, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Delepiere, Anne Marie; Kerrinckx, Hans; Hooft, Elise; Callaert, Gonda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)