Beeldhouwwerk "De Zee" naar ontwerp van Georges Grard (Doornik, 1901 - Koksijde, 1984) en daterend van 1954.

"De Zee" is oorspronkelijk geconcipieerd ter versiering van het Casino-Kursaal, gebouwd in 1951-1952 naar ontwerp van architect L. Stynen (Antwerpen) aan het Monacoplein. Dit gebouw is één van de hoogtepunten van de Belgische architectuur van de jaren 1950 en tevens een voorbeeld van geslaagde integratie van beeldende kunst in de architectuur, met in het exterieur de beeldengroep van Jespers aan het Monacoplein en in het interieur een muurschildering van Paul Delvaux en een werk van Edgar Tytgat. "De Zee" van Grard rustte er op een betonnen luifel, een platform bij de technische ingang aan de Oosthelling en keek van hieruit uit over het strand en de zee. In 1963 wordt het beeld verplaatst naar de huidige locatie, op de middenberm van de Leopold II-laan, in een vierkante waterpartij, vlakbij het Leopoldpark en uitkijkend op het Casino.

Is het bekendste vrouwenbeeld van Oostende, ook gekend als "Liggend Naakt", in de volksmond "Dikke Mathille" genoemd. Het bronzen beeld verbeeldt een volslanke naakte vrouw, languit liggend op haar zij, het hoofd gesteund met een hand. Het beeld is kenmerkend voor het oeuvre van beeldhouwer Georges Grard die steeds een voorkeur had voor het vrouwelijk naakt. In "De Zee" verbeeldt hij de weelderigheid en de sensualiteit van de zee in een vrouwenfiguur.