De huidige openluchtvelodroom is gelegen aan de noordzijde van het Maria-Hendrikapark en dateert van circa 1946. Aangelegd ter vervanging van de in 1921 aangelegde openluchtvelodroom op de gronden van de afgebroken kazerne ten noorden van het park, toen als tweede velodroom na deze op het terrein tussen de huidige Sportstraat en het tramdepot in de westelijke uitbreiding daterend van 1895 (zie Oostende, Velodroomstraat). Vanaf 16 juni 1921 komt de Belgische landenploeg jaarlijks, daags na de slotrit van de Ronde van Frankrijk, een exhibitie geven in deze openluchtvelodroom. Met Tourwinnaars uit eigen streek, zoals de Westkerkse Romain Maes (in 1935) en zijn Gistelse naamgenoot Sylveer Maes (in 1936 en 1939) beleeft deze Oostendse velodroom onvergetelijke hoogdagen.
Na de Tweede Wereldoorlog wordt in 1946 de velodroom heropgebouwd op dezelfde plaats als de vorige, maar ditmaal om zijn lengteas gewenteld; tevens voorzien van nieuwe tribune. De verbouwingswerken gebeuren door de Oostendse aannemer Boudolf; het voorziene sportcomplex wordt echter nooit volledig afgewerkt. Mede daardoor krijgt het "Ostend Stadion VC", medeopgericht in 1946, de officiële baanrennen steeds moeilijker van de grond. Na enkele jaren worden de activiteiten beperkt tot het organiseren van wieleractiviteiten die niet door de Koninklijke Belgische Wielerbond worden gepatroneerd (onder meer baankoersen voor vrouwen). Daarnaast beschikt het stadsbestuur contractueel over deze imposante ruimte voor het inrichten van de jaarlijkse massale turndemonstraties van de officiële scholen en groots opgevatte openluchtspektakels (voornamelijk jaren 1950-1960). Na de renovatie van de piste in 1962-1963 worden opnieuw officiële wedstrijden ingericht. In 1964 neemt het bestuur van het "Sportcomité Oostende" zelf de uitbating over en de daaraan verbonden financiële verantwoordelijkheid. Het wordt tot en met 1977 een misschien wel nog succesrijkere heruitgave van de vooroorlogse glansperiode met alle toenmalige groten van de wielersport (Post, Van Looy, Van Steenbergen...). In de jaren 1970 hebben hier de nationale pistekampioenschappen plaats. De laatste jaren daalt de belangstelling van het publiek en raakt de velodroom opnieuw in verval, ondanks aandringen op restauratie. In 1981-1982 wordt de wielerbaan nogmaals aangepakt voor het 60-jarig bestaan van de "Koninklijke Veloclub de Zeemeeuw".
In het reliëf ingewerkte wielerpiste in beton; centraal deels verhard terrein, deels grasveld. Aan noordzijde tribune met vaste zitbanken en grote overkragende schuine luifel. Aan zuidzijde trappartij en recent opgetrokken gebouwen (onder meer lokaal voor jeugdbeweging). Geheel afgesloten door ijzeren leuning.
Thans is de openluchtvelodroom nog een desolate getuige van de "vergane glorie"; ze ligt er enigszins verwaarloosd bij en wordt enkel nog gebruikt als ontmoetingsplaats voor jongeren met onder meer skatepark.
RABAU W., De Oostendse velodroom, in De Plate, 1997, p. 192-194.
Bron: CALLAERT G., DELEPIERE A.-M., HOOFT E., KERRINCKX H. & VANNESTE P. met medewerking van SANTY P. & SNAUWAERT L. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Oostende, Deel IA: Stad Oostende, Straten A-M, Deel IB: Stad Oostende, Straten N-Z en wijken Haven, Hazegras, Opex, Deel II: Deelgemeenten Mariakerke, Raversijde, Stene en Zandvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL6, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Delepiere, Anne Marie; Kerrinckx, Hans; Hooft, Elise; Callaert, Gonda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)