Teksten van Gekoppelde burgerhuizen in art-nouveaustijl

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/7292

Gekoppelde burgerhuizen in art-nouveaustijl ()

Geheel van drie gekoppelde burgerhuizen in art-nouveaustijl, gebouwd in opdracht van mevrouw C. Verschueren, naar een ontwerp door de architect Gustave Fierens uit 1909. Het ontwerp is representatief voor het vroege oeuvre van Fierens, wiens carrière omstreeks 1905 een aanvang nam. Van bij de start bijzonder productief, realiseerde de architect vóór de Eerste Wereldoorlog tientallen van dergelijke huizen in Antwerpen, vaak per twee of meer gekoppeld. Daarbij paste hij naargelang het project de beaux-artsstijl toe, of zoals hier een gematigde art nouveau. Voor verschillende opdrachtgevers realiseerde hij op korte tijd in totaal minstens negen panden in de Markgravelei en de belendende straten, waaronder twee sterk verwante woningstellen en het café op de hoek van de Robert Molsstraat.

Geschakeld volgens repeterend en spiegelbeeldschema, vormden de drie rijwoningen een doorlopend gevelfront, met een hoger opgetrokken middenpand. Zij hebben een gevelbreedte van drie traveeën, en tellen drie bouwlagen onder een mansardedak. De lijstgevels zijn opgetrokken uit witte Silezische baksteen in kruisverband, verwerkt met arduin voor structurele onderdelen als de plint, de puilijst, speklagen, dorpels, balkons en het hoofdgestel. Symmetrisch van opbouw, legt de compositie de klemtoon op de middenas, die wordt gemarkeerd door balkons met een balustrade of een smeedijzeren borstwering. Het art-nouveaukarakter komt het sterkst tot uiting in de profileringen en in het smeedwerk. Het houten schrijnwerk van de deuren en vensters met typische roedeverdeling is grotendeels bewaard, evenals de kroonlijsten.

De plattegronden beantwoorden aan de klassieke typologie van het burgerhuis, dat uit een voorbouw en een smalle achterbouw in entresol bestaat. Op de begane grond wordt volgens de bouwplannen de enfilade van salon, eetkamer en veranda, zoals gebruikelijk geflankeerd door de vestibule, het trappenhuis en de keuken. De bovenverdiepingen bestaan vermoedelijk uit een voor- en een achterkamer, met secundaire vertrekken als een 'cabinet de toilette' of de badkamer in de achterbouw.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1909#1192.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2012: Gekoppelde burgerhuizen in art-nouveaustijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/141739 (geraadpleegd op ).


Eenheidsbebouwing ()

Eenheidsbebouwing in art nouveau, uit begin 20ste eeuw. Enkelhuizen van drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldaken. Witte bakstenen lijstgevels met gebruik van natuursteen voor sokkels, puilijsten, lateien, lekdrempels en panelenfriezen onder houten kroonlijsten. Middentravee met balkons respectievelijk met balustrade (tweede verdieping) en smeedijzeren leuning (derde verdieping). Rechthoekige vensters, middenvenster onder gestrekte waterlijst op langgerekte consoles. Rechthoekige deuren met bovenlicht.


Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Gekoppelde burgerhuizen in art-nouveaustijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/7292 (geraadpleegd op ).